Leestijd voor kinderen: 3 min
De haan heeft eens tegen zijn kippetjes gezegd: „Komen jullie allemaal de kamer in, de kamer in, de kamer in, broodkruimels pikken op de tafel, op tafel, op tafel; want de vrouw is uit, op visite.“ Toen zeiden de kippetjes: „Nee nee nee, kommen niet, kommen niet, weet je de vrouw is altijd zo boos, altijd zo boos, altijd zo boos!“ En dan zegt de haan weer: „Ze weet er immers niks van, kom toch hier! kom toch hier! kom toch hier! Ze gunt jullie ook nooit niks.“ Maar de hennetjes riepen: „Nee nee nee, ze is uit en voorbij, uit en voorbij, uit en voorbij, we gaan d’r niet op, gaan d’r niet op, gaan d’r niet op!“ Maar de haan liet hen geen ogenblik met rust, aldoor en overal joeg hij de kippen op, tot ze eindelijk de kamer zijn binnen gegaan en op tafel de kruimels zijn gaan pikken. Juist komt de vrouw thuis, haalt gauw een stok, slaat ze eraf en knuppelt er hard op los. En als ze dan eindelijk op het erf weer allemaal bij mekaar zijn, zeggen de kippetjes tegen de haan: „Och-och-och-och-och ik ben zo akelig! Och-och-och-och-och ik ben zo akelig!“ En toen heeft de haan gelachen en gezegd: „Ha-ha-ha-ha-had ik het niet gedacht?“ En daarmee konden ze gaan.

Achtergronden
Interpretaties
Tekstanalyse
Dit verhaal, getiteld „De broodkruimels op tafel,“ richt zich op een korte fabelachtige anekdote over een haan en zijn kippen, een krachtig voorbeeld van de stijl en moraal die vaak in de sprookjes van de Gebroeders Grimm te vinden zijn. Hier zijn enkele kernpunten en mogelijke thema’s uit het verhaal:
Invloed en Verleiding: De haan gebruikt zijn invloed om de kippen te verleiden iets te doen wat ze eigenlijk niet willen, ondanks hun instinctief verzet en hun angst voor de gevolgen.
Gevolgen van Ongehoorzaamheid: Ondanks hun aanvankelijke weerstand, gehoorzamen de kippen uiteindelijk de haan, wat leidt tot de verwachte negatieve consequenties. Dit kan de moraal delen dat luisteren naar wijze voorbehoud en waarschuwingen belangrijk is.
Schuld en Schaamte: Nadat de kippen gestraft zijn, voelen ze zich akelig. Dit reflecteert de emotionele uitkomst wanneer men toegeeft aan groepsdruk of verleiding tegen beter weten in.
Spot en Schadenfreude: De haan lacht hun misère weg, wat zijn gebrek aan verantwoordelijkheid en empathie toont. Zijn reactie kan een kritisch beeld geven van leiders die misbruik maken van hun positie.
Dit verhaal past binnen de traditie van parabels en fabels waar dieren menselijke eigenschappen krijgen en morele lessen worden onderwezen door de uitkomst van hun gedrag. De dialoog en herhaalde zinnen dragen bij aan de eenvoud en ritme die kenmerkend zijn voor mondelinge vertellingen.
Dit verhaal van de Gebroeders Grimm lijkt een lessensprookje te zijn met verschillende mogelijke interpretaties. Hier zijn een paar manieren waarop je het verhaal kunt begrijpen:
Waarschuwing tegen verleiding: Het sprookje lijkt een waarschuwing te bevatten over het gevaar van verleiding en het volgen van verkeerde adviezen. De haan vertegenwoordigt hier de verleider die de kippen aanspoort om tegen beter weten in de regels te overtreden. Dit kan symbool staan voor de menselijke neiging om zich soms te laten leiden door hebzucht of nieuwsgierigheid, ondanks dat ze weten dat er consequenties kunnen zijn.
Groepsdruk en individualiteit: De kippen aarzelen eerst omdat ze bang zijn voor de consequenties, maar uiteindelijk geven ze toe aan de aanhoudende druk van de haan. Dit kan wijzen op de invloed van groepsdruk en het belang van zelfstandig denken en het maken van je eigen keuzes. De kippen leren op de harde manier dat het volgen van de menigte niet altijd de beste optie is.
Verantwoordelijkheid en schuld: De haan lijkt zich niet schuldig te voelen over zijn rol in de problemen die de kippen zijn tegengekomen. Dit kan wijzen op het thema van verantwoordelijkheid en de noodzaak om de juiste keuzes te maken en verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen daden. Iedereen in het verhaal ervaart de consequenties van hun beslissingen.
De rol van autoriteit en macht: De vrouw in het verhaal vertegenwoordigt een autoriteitsfiguur die discipline afdwingt wanneer haar regels overtreden worden. Het verhaaltje zou kunnen dienen als een allegorie voor de noodzaak van regels en het respecteren van autoriteit om chaos te voorkomen.
Het sprookje, hoewel simpel, biedt veel ruimte voor reflectie over menselijk gedrag en maatschappelijke normen. Afhankelijk van de lezer kunnen verschillende elementen en moraal de nadruk krijgen.
Dit sprookje van de Gebroeders Grimm, getiteld „De broodkruimels op tafel,“ kan op verschillende niveaus linguïstisch geanalyseerd worden.
Herhaling: Het verhaal maakt veelvuldig gebruik van herhaling, zowel in de dialoog als in de beschrijving. Deze herhaling geeft de tekst een ritmisch en bijna zingend karakter, wat gebruikelijk is in mondelinge verteltradities. Het benadrukt ook de boosheid en vasthoudendheid van de personages (bijvoorbeeld: „altijd zo boos, altijd zo boos, altijd zo boos“ en „kom toch hier! kom toch hier! kom toch hier!“).
Dialoog: De tekst bestaat voornamelijk uit directe rede, die de lezer inzicht geeft in de dynamiek en relatie tussen de haan en de kippen. Door de dialoog blijft het verhaal levendig en direct, wat kenmerkend is voor sprookjes en verhalen die vaak aan kinderen worden verteld.
Vocalisaties: De tekst bevat vocalisaties zoals „Och-och-och-och-och“ en „Ha-ha-ha-ha-had“, wat typisch is voor gesproken taal en de emotionaliteit en toon van de personages benadrukt. Dit gebruik van onomatopeeën maakt het verhaal levendiger en expressiever.
Verschuiving van perspectief: Het verhaal begint met een rapporterende verteller die de context biedt, maar het verschuift snel naar de directe gedachten en uitspraken van de dieren. Deze schakeling houdt de betrokkenheid van de lezer vast en vestigt de aandacht op de interacties tussen de dieren.
Syntax en Structuur: De zinnen zijn relatief kort en eenvoudig, wat toegankelijkheid voor een jong publiek bevordert. De syntax weerspiegelt vaak spreektaal, met een focus op herhaling om de boodschap te bekrachtigen.
Morfologisch aspect: Woorden zoals „kippetjes“ en „hennetjes“ zijn verkleinwoorden die affectie en familiariteit suggereren. Het gebruik van verkleinwoorden is typisch in Nederlandse kinderverhalen om een vriendelijke en speelse toon te creëren.
Thema: Lingüístisch kan het thema van het verhaal – ongehoorzaamheid en de gevolgen ervan – ook onderzocht worden. De dialoogstructuur en herhaling onderstrepen de morele les die inherent is aan het verhaal.
In samenvatting, door een linguïstische bril bekeken, is dit verhaal een mooi voorbeeld van hoe taalstructuren en stijlmiddelen gebruikt worden om expressiviteit, ritme, en thema’s te versterken in sprookjesvertellingen.
Informatie voor wetenschappelijke analyse
Kengeta | Waarde |
---|---|
Aantal | KHM 190 |
Aarne-Thompson-Uther-Index | ATU Typ 236 |
Vertalingen | DE, EN, ES, FR, PT, IT, JA, NL, PL, RU, TR, VI |
Leesbaarheidsindex door Björnsson | 25.5 |
Flesch-Reading-Ease Index | 74.1 |
Flesch–Kincaid Grade-Level | 7.3 |
Gunning Fog Index | 9.5 |
Coleman–Liau Index | 6.8 |
SMOG Index | 9.2 |
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex | 5.5 |
Aantal karakters | 1.170 |
Aantal letters | 880 |
Aantal zinnen | 13 |
Aantal woorden | 229 |
Gemiddeld aantal woorden per zin | 17,62 |
Woorden met meer dan 6 letters | 18 |
Percentage lange woorden | 7.9% |
Totaal lettergrepen | 311 |
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord | 1,36 |
Woorden met drie lettergrepen | 14 |
Percentage woorden met drie lettergrepen | 6.1% |