Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
Berenpels
Grimm Märchen

Berenpels - Sprookje van de Gebroeders Grimm

Leestijd voor kinderen: 14 min

Er was eens een jonge kerel, die liet zich aanwerven als soldaat, hij gedroeg zich dapper en was altijd de voorste, als het blauwe bonen regende. Zolang de oorlog duurde, ging alles goed, maar toen de vrede gesloten was, kreeg hij ontslag, en de kapitein zei, dat hij kon gaan waarheen hij wou. Zijn ouders waren al dood, hij had geen thuis meer, en nu ging hij naar zijn broers en verzocht hun, hem zolang bij hen te nemen en de kost te geven tot er weer oorlog kwam. Maar de broers waren hardvochtig en zeiden: „Wat moeten we met jou? We kunnen je niet gebruiken, zie maar dat je je er doorheen slaat.“ Maar de soldaat had niets dan zijn geweer, en dat nam hij op zijn schouders en zo wou hij de wijde wereld in gaan.

Hij kwam op een grote heide, daarop was niets te zien dan een ring van bomen: daar ging hij heel verdrietig onder zitten en begon na te denken over zijn lot. „Geld heb ik niet,“ dacht hij, „en ik heb niets geleerd dan het soldatenwerk, en nu, nu er vrede is, hebben ze me niet meer nodig, en ik zie aankomen dat ik moet verhongeren.“

Opeens hoorde hij lawaai. Toen hij omkeek, stond daar een onbekende man voor hem, die een groen pak droeg, en er heel statig uitzag, maar hij had een afschuwelijke paardenpoot. „Ik weet wel wat je scheelt,“ zei de man, „geld en goed kun je krijgen, zoveel je wilt, maar eerst moet ik weten of je niet bang bent, zodat ik mijn geld niet weggooi.“

„Een soldaat en bang, hoe kan dat samengaan?“ antwoordde hij, „je kunt me op de proef stellen.“

„Goed,“ zei de man, „kijk maar eens achter je.“

De soldaat zag een grote beer, die grommend op hem af kwam. „Oho!“ zei de soldaat, „jou zal ik eens onder je neus kriebelen, dat de lust tot grommen je vergaan zal.“ En hij schoot de beer precies op zijn snoet, zodat hij ineenstortte en zich niet meer verroerde.

„Ik zie wel,“ zei de onbekende, „dat het je aan moed niet ontbreekt, maar er is nog een voorwaarde bij, die je moet vervullen.“

„Als het maar niet gaat om mijn ziel en mijn zaligheid,“ zei de soldaat, die wel merkte wie hij voor had, want die geef ik niet weg.“

„Je zult zelf zien,“ antwoordde de man met het groene pak, „je mag je de eerste zeven jaar niet wassen en niet kammen, geen nagels knippen en geen Onzevader bidden. Dan zal ik je een pak en een mantel geven, die je in deze tijd moet dragen. Sterf je in die zeven jaren, dan krijg ik je ziel, maar blijf je leven, dan ben je daarna vrij en bovendien rijk, zolang je leeft.“

De soldaat dacht aan de grote nood waarin hij verkeerde, en omdat hij de dood zo vaak onder ogen had gezien, wilde hij het er nu ook op wagen en ging erop in. De duivel trok zijn groene pak uit, gaf dat pak aan de soldaat en zei: „Als je dat pak aan hebt en je grijpt in de zak, dan heb je altijd een handvol geld!“ Toen trok hij het vel van de beer af en zei: „Dit is je mantel en tevens je bed, want je moet erop slapen en een ander bed krijg je niet. En om deze kledij zul je de berenman genoemd worden.“ En opeens was de duivel verdwenen.

De soldaat trok het pak aan, greep meteen in de zak en merkte dat het waar was, wat hij beloofd had. Dan hing hij het berenvel om, ging de wereld in, was in een goede bui en liet niets na, wat hem zelf goed deed en zijn geld geen goed deed. Het eerste jaar ging het nog redelijk, maar het tweede jaar zag hij er al uit als een ondier. Zijn haar hing hem geheel over het gezicht, zijn baard leek een stuk vilt, zijn vingers hadden kromme klauwen, en zijn gezicht was zo erg met vuil overdekt, dat het leek of ze er gras op gezaaid hadden. Wie hem zag, liep bij hem weg, maar omdat hij overal geld aan de armen gaf, zodat ze voor hem bidden zouden, zodat hij in het zevenjarige tijdsverloop niet sterven zou, en omdat hij alles altijd goed betaalde, kreeg hij toch altijd nog onderdak.

Maar in het vierde jaar kwam hij in een herberg en daar wou de waard hem niet opnemen, zelfs wilde hij geen plekje in de stal geven, want hij was bang, dat de paarden er schuw van zouden worden. Pas toen de berenman in zijn zak tastte en een handvol goudstukken liet zien, liet de waard zich vermurwen en hij gaf hem een kamertje in ‚t achterhuis; maar hij moest beloven dat hij zich niet zou vertonen, om zijn herberg niet in opspraak te brengen.

Toen de berenman die avond alleen zat en van harte wenste dat de zeven jaren om waren, hoorde hij in de kamer ernaast een luid gejammer. Hij had een goed hart, deed de deur open en zag daar een oude man, die bitter huilde en zijn handen boven zijn hoofd in elkaar sloeg. De berenman kwam dichterbij, maar de oude man sprong op en wilde vluchten. Tenslotte, toen hij ‚t geluid van een menselijke stem hoorde, liet hij zich kalmeren, en door vriendelijke woorden kreeg de berenman eruit, wat de oorzaak van zijn verdriet was. Zijn vermogen was gaandeweg opgeraakt, hij en zijn dochter moesten armoede lijden, zo zelfs dat hij de waard niet meer betalen kon en in de gevangenis zou komen.

„Als het anders niet is,“ zei de berenman, „geld heb ik genoeg.“ Hij liet de waard komen, betaalde hem en stopte de ongelukkige man een tas vol geld in de zak.

Toen de oude man ineens alle zorgen kwijt was, wist hij niet waarmee hij hem zijn dankbaarheid tonen moest. „Kom mee,“ zei hij, „mijn dochters zijn wonderen van schoonheid, kies daar één van tot vrouw. Als zij hoort, wat je me hebt aangedaan, dan zal ze zeker niet weigeren. Wel zie je er een beetje eigenaardig uit, maar dat zal zij wel opknappen.“ Dat beviel de berenman wel, en hij ging mee.

Toen hij de oudste zag, schrok die zo geweldig van zijn uiterlijk, dat ze een schreeuw gaf en wegliep. De tweede bleef staan en bekeek hem van top tot teen, maar zei vervolgens: „Hoe kan ik een man nemen die geen menselijke gestalte meer heeft? Dan beviel me die geschoren beer nog beter, die hier eens te zien was en zich voor een mens uitgaf, want die had toch nog een huzarenpels om en witte handschoenen aan. Als hij alleen maar lelijk was, zou ik er nog wel aan kunnen wennen.“

Maar de jongste zei: „Vaderlief, dat moet een goed mens zijn, die u zo uit de nood heeft geholpen, en hebt u hem daarvoor een vrouw beloofd, dan moet uw belofte in vervulling gaan.“

Het was jammer, dat het gezicht van de berenman met vuil en haar bedekt was, anders had men kunnen zien, hoe zijn hart moest lachen, toen hij deze woorden hoorde. Hij nam een ring van zijn vinger, brak hem in tweeën en gaf haar de helft, en de andere helft hield hij voor zichzelf. Maar in haar helft schreef hij zijn naam, en in de zijne haar naam, en hij verzocht haar, haar stuk goed te bewaren. Hierop nam hij afscheid en sprak: „Ik moet nog drie jaar zwerven; kom ik niet terug dan ben je vrij, want dan is het met mij gedaan. Maar bid God, dat hij mij in leven laat.“

De arme bruid kleedde zich geheel in het zwart, en als ze aan haar bruidegom dacht, kwamen haar de tranen in de ogen. Van haar zusters hoorde ze niet anders dan spot en scheldwoorden. „Pas maar op,“ zei de oudste, „als hij je de hand geeft, dan slaat hij er met zijn klauwen op.“ – „Wees maar voorzichtig,“ zei de tweede, „beren houden van zoet, en als hij je aardig vindt, dan eet hij je op.“ – „Je moet vooral gehoorzaam zijn,“ begon de oudste weer, „want anders gaat hij grommen.“ En de tweede voegde er aan toe: „Het zal een vrolijke bruiloft zijn, beren dansen zo goed.“

De bruid zweeg en liet zich niet van de wijs brengen. Maar de berenman trok de wereld door, van de ene plaats naar de andere, deed zoveel goed als hij maar kon, en gaf rijkelijk aan de armen, zodat ze voor hem zouden bidden. En eindelijk, toen de laatste dag van de zeven jaren was aangebroken, ging hij weer naar de heide toe, en ging onder de ring van bomen zitten.

Het duurde niet lang, of de wind suisde, de duivel stond voor hem en keek hem verdrietig aan; toen wierp hij hem het oude pak toe en eiste zijn groene terug. „Zover zijn we nog niet,“ antwoordde de berenman, „eerst moet je me schoonmaken.“ En of de duivel nu wilde of niet, hij moest water halen, de berenman wassen, hem zijn haar kammen en zijn nagels knippen. Nu zag hij er uit als een dappere soldaat en hij was veel knapper dan eerst.

Toen de duivel weg was, voelde de berenman zich vrolijk van hart. Hij ging de stad in, kocht een prachtig fluwelen pak, stapte in een wagen met vier schimmels bespannen en reed naar het huis van zijn bruid.

Niemand herkende hem, de vader hield hem voor een voornaam veldoverste en bracht hem naar de kamer, waar zijn dochters zaten. Hij moest gaan zitten tussen de twee oudsten; ze schonken hem wijn in, legden hem de lekkerste hapjes op zijn bord en ze geloofden dat er nooit een knapper man op de hele wereld was geweest. Maar zijn bruid zat er in het zwart tegenover, ze sloeg haar ogen niet op en zei geen woord.

Toen hij eindelijk de vader vroeg, of hij hem één van zijn dochters tot vrouw wilde geven, sprongen de twee oudsten op, liepen naar hun kamer en wilden prachtige kleren aantrekken, want ieder beeldde zich in, dat zij de uitverkorene was. Maar zodra de vreemdeling met zijn eigen meisje alleen was, haalde hij de halve ring tevoorschijn, wierp hem in een beker met wijn, die hij haar over de tafel gaf. Ze nam hem aan, maar toen ze gedronken had en de halve ring op de boden vond liggen, klopte haar hart. Ze pakte de andere helft, die ze aan een lint om haar hals droeg, past die eraan, en het bleek dat beide delen volkomen aan elkaar pasten.

Toen sprak hij: „Ik ben de bruidegom die met je is verloofd; je hebt me als een berenman gezien, maar door Gods genade heb ik mijn menselijke gedaante teruggekregen, en ben ik weer schoon.“

Hij trad op haar toe, omarmde haar en gaf haar een kus. Intussen kwamen de beide zusters prachtig gekleed binnen. Toen ze zagen dat de knappe man aan de jongste was toebedeeld, en toen ze ook nog hoorden dat het de berenman was, liepen ze vol boosheid weg, de één verdronk zich in een bron en de ander hing zich op aan een boom. ’s Avonds werd er aan de deur geklopt, en toen de bruidegom open deed, toen was het de duivel in zijn groene pak, en hij zei: „Zie je, nu heb ik twee zielen in plaats van die ene van jou!“

LanguagesLearn languages. Double-tap on a word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Achtergronden

Interpretaties

Tekstanalyse

„Berenpels“ is een verhaal uit de verzameling sprookjes van de Gebroeders Grimm. Het verhaal bevat verschillende thema’s die kenmerkend zijn voor sprookjes, zoals moed, loyaliteit, opoffering en transformatie. Het volgt de reis van een jonge soldaat die, na ontslagen te zijn na de oorlog, een pact sluit met de duivel om uit de nood te geraken.

In het verhaal moet de soldaat zeven jaar doorbrengen zonder zich te wassen, te kammen of zijn nagels te knippen, en hij mag geen gebeden opzeggen. Tijdens deze periode draagt hij een berenvel en wordt bekend als de „berenman“. Hij mag wel gebruikmaken van een magische eigenschap van het duivelse pak dat hij draagt, namelijk dat hij altijd geld heeft als hij in zijn zak grijpt. Ondanks zijn verwaarloosde uiterlijk blijft de soldaat goedhartig, helpt de armen en wint zo de liefde van de jongste dochter van een oude man die hij helpt.

Het verhaal heeft een aantal belangrijke boodschappen, zoals de waarde van innerlijke goedheid boven uiterlijkheden en de beloning die volgt op het tonen van geduld, vasthoudendheid en oprechte vriendelijkheid. Uiteindelijk vindt de soldaat zijn uiterlijk en menselijkheid terug, wordt herenigd met zijn verloofde en moet erkennen dat de ziel niet te koop is, zelfs niet voor duivelse rijkdommen. De duivel, die erop gokt de ziel van de soldaat te verkrijgen, eindigt met de zielen van de egoïstische zusters, waarbij de soldaat zijn vrijheid en liefde terugwint.

De sprookjes van de Gebroeders Grimm, zoals „Berenpels“, zijn vaak rijk aan complexe thema’s en morele lessen, die nog steeds resoneren bij moderne lezers.

Het sprookje „Berenpels“ van de Gebroeders Grimm biedt een boeiend verhaal dat doordrenkt is met symboliek en moraal, die je op verschillende manieren kunt interpreteren.

Hier zijn enkele mogelijke interpretaties:

De morele test en beloning: Dit sprookje kan worden gezien als een verhaal over de beproevingen die men moet ondergaan om uiteindelijk een grotere beloning te verdienen. De soldaat gaat een pact aan waarin hij zeven jaar lang ontberingen moet doorstaan, maar zijn volharding en goede daden onderweg zorgen ervoor dat hij uiteindelijk zowel materiële rijkdom als liefde vindt. Het verhaal benadrukt dat ware rijkdom niet alleen in geld uitgedrukt wordt, maar ook in deugdzaamheid en de welwillende daden die men voor anderen verricht.

De dualiteit van het menselijk bestaan: De soldaat neemt eigenschappen van een beest aan door het dragen van de berenpels, wat een fysieke manifestatie van zijn uiterlijke transformatie en innerlijke strijd vertegenwoordigt. Dit kan worden gezien als een metafoor voor de dierlijke en rationele kanten binnen de mens. Ondanks zijn monsterlijke uiterlijk blijft zijn innerlijke goedheid intact, wat uiteindelijk zichtbaar wordt wanneer het pact eindigt.

Het belang van innerlijke schoonheid: De jongste dochter ziet voorbij het uiterlijk van de gemuteerde soldaat en erkent de goedheid in zijn hart. Dit aspect van het verhaal benadrukt een klassiek sprookjesthema: ware schoonheid komt van binnenuit. Terwijl de oudere zusters alleen op het uiterlijk oordelen en worden gestraft voor hun oppervlakkigheid, wordt de jongste beloond voor haar inzicht en trouw.

De rol van het lot en vrije wil: Het sprookje dringt ook aan op de relatie tussen het lot en vrije wil. Hoewel de soldaat een moeilijke keuze maakt door een pact met de duivel aan te gaan, behoudt hij zijn autonomie door zijn ziel niet direct te verkopen. Zijn acties gedurende de zeven jaar, in het helpen van de armen en zijn keuze om trouw te blijven aan zijn belofte, weerspiegelen hoe hij ondanks zijn omstandigheden grip blijft houden op zijn eigen verhaal.

Religieuze elementen: De impliciete aanwezigheid van God, met het verbod op het bidden van het Onze Vader, onderstreept de strijd tussen goed en kwaad. De uiteindelijke triomf van de soldaat en de inzet van gebeden door anderen suggereren een goddelijke gerechtigheid die de zonde van de duivel tenietdoet.

In al deze interpretaties blijft de kern een verhaal over transformatie, de kracht van innerlijk versus uiterlijk, en de gevolgen van keuzes die de loop van iemands leven kunnen bepalen. De verschillende manieren, waarop dit verhaal gelezen kan worden, laten zien hoe rijk en diepgaand sprookjes kunnen zijn als het gaat om menselijke ervaringen en waarden.

Het sprookje „Berenpels“ van de Gebroeders Grimm is rijk aan symboliek en klassieke thema’s die vaak in hun werk voorkomen. In deze linguïstische analyse zal ik enkele belangrijke elementen en thema’s van het verhaal bespreken, evenals de taal en stijlelementen die de broers Grimm gebruiken om het sprookje tot leven te brengen.

Verlossing en Transformatie: De soldaat in het verhaal wordt onderworpen aan een beproeving van zeven jaar, waarin hij niet mag zorgen voor zijn uiterlijk of ziel. Deze periode van lijden en ontbering kan worden gezien als een proces van verlossing en uiteindelijke transformatie naar een beter leven. Dit thematische element is kenmerkend voor sprookjes, waar personages vaak door moeilijke proeven moeten gaan om een staat van geluk of verlossing te bereiken.

Dealing with the Devil: Het pact met de duivel in „Berenpels“ is een klassiek motief waarin een personage tijdelijke rijkdom of macht verkrijgt in ruil voor iets waardevols, meestal de ziel. Dit weerspiegelt de menselijke verlangens en de gevaren van verleiding.

Uiterlijk versus Innerlijke Waarde: De uiterlijke verschijning van de soldaat verandert drastisch door de jaren heen, en dit beïnvloedt hoe anderen hem zien. Alleen de jongste dochter ziet voorbij zijn monsterlijke uiterlijk en waardeert hem om zijn daden en goede karakter. Dit benadrukt het sprookjesthema dat ware schoonheid van binnen zit.

Broederschap en Familie: De soldaat wordt in de steek gelaten door zijn broers, wat wijst op de afwezigheid van familiale steun en de gevolgen daarvan. Dit kan worden gezien als een kritiek op de kilheid en egoïsme binnen familierelaties.

Archaïsche Taal: De tekst bevat ouderwetse taal en constructies die typerend zijn voor de tijd waarin de sprookjes zijn opgeschreven. Dit geeft het verhaal een tijdloos karakter en verhoogt de sfeer van het sprookje.

Levendige Beschrijvingen: De Grimm-broers maken gebruik van levendige beschrijvingen (bijvoorbeeld „een afschuwelijke paardenpoot“) om personages en situaties tastbaar te maken en een gevoel van magie en mysterie te creëren.

Dialect en Directe Rede: Het gebruik van directe rede en dialoog maakt het verhaal dynamisch en levendig, waardoor lezers meer betrokken raken bij de interacties tussen de personages.

Symbolisme: Het groene pak van de duivel en het berenvel zijn symbolisch geladen elementen. Het groene pak duidt op verleiding en misleiding, terwijl het berenvel de barbaarsheid en de dierlijke natuur symboliseert die de soldaat moet doorstaan.

Moraliteit en Lessen: Zoals in veel Grimm-sprookjes, bevat „Berenpels“ morele lessen over eerlijkheid, moed, deugdzaamheid, en de gevaren van het snel vervallen in verleiding voor kortstondige voordelen.

Conclusie:

„Berenpels“ is een typisch Grimm-sprookje dat gebruikmaakt van traditionele thema’s en motieven, zoals verlossing, de strijd tussen goed en kwaad, en de ware aard van schoonheid. Door een rijk gebruik van symboliek, levendige beschrijvingen, en morele lessen, weet het verhaal zijn publiek te boeien en hen tegelijkertijd levenslessen mee te geven. De linguïstische eigenschappen dragen bij aan de diepte en het blijvende effect van het sprookje.


Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
AantalKHM 101
Aarne-Thompson-Uther-IndexATU Typ 361
VertalingenDE, EN, DA, ES, FR, PT, IT, JA, NL, PL, RU, TR, VI, ZH
Leesbaarheidsindex door Björnsson34.3
Flesch-Reading-Ease Index69.4
Flesch–Kincaid Grade-Level9.2
Gunning Fog Index11.7
Coleman–Liau Index8.2
SMOG Index10.3
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex9.1
Aantal karakters10.077
Aantal letters7.782
Aantal zinnen84
Aantal woorden1.912
Gemiddeld aantal woorden per zin22,76
Woorden met meer dan 6 letters220
Percentage lange woorden11.5%
Totaal lettergrepen2.585
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,35
Woorden met drie lettergrepen127
Percentage woorden met drie lettergrepen6.6%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2025 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch