Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
De hardloper
Grimm Märchen

De hardloper - Sprookje van Hans Christian Andersen

Leestijd voor kinderen: 9 min

Er was een prijs uitgeloofd, ja, er waren er twee uitgeloofd, een grote en een kleine, voor de grootste snelheid die iemand kon bereiken, niet in een wedloop maar zo het hele jaar door.

„Ik kreeg de eerste prijs!“ zei de haas; „rechtvaardigheid moet er zijn wanneer iemands eigen familie en goede vrienden in de jury zitten; maar dat de slak de tweede prijs kreeg voel ik bijna als een persoonlijke belediging!“

„Nee,“ verzekerde de paal van het hek die getuige was geweest van de prijsuitdeling, „vlijt en goede wil moeten ook in aanmerking worden genomen, dat zeiden verscheidene achtbare personages en dat heb ik ook begrepen. De slak heeft weliswaar een half jaar nodig gehad om over de drempel te komen, maar hij heeft bij dat haastwerk

– en haastwerk was het voor hem – zijn dijbeen gebroken. Hij heeft alleen maar voor zijn wedloop geleefd en hij had bovendien zijn huis te dragen! Dat is alles zeer achtenswaardig, en toch kreeg hij maar een tweede prijs!“

„Ik had toch ook in aanmerking kunnen komen,“ zei de zwaluw; „sneller dan ik, in vlucht en zwenking, heeft zich niemand betoond en waar ik al niet geweest ben!“

„Ja, dat is je ongeluk,“ zei de paal van het hek; „je zwerft te veel rond! Je moet altijd weg, het land uit, wanneer het hier begint te vriezen: je hebt geen vaderlandsliefde! Jij kunt niet in aanmerking komen!“

„Maar als ik nu eens de hele winter in het moeras overbleef?“ zei de zwaluw, „gedurende die tijd winterslaap hield, zou ik dan in aanmerking komen?“

„Verschaf ons een getuigschrift van het moerasvrouwtje dat je de helft van de tijd in het vaderland geslapen hebt, dan kun je in aanmerking komen!“

„Ik had toch de eerste prijs verdiend en niet de tweede!“ zei de slak. „Dit weet ik wel, dat de haas alleen maar uit lafheid is gaan lopen, telkens als hij dacht dat er gevaar dreigde; ik daarentegen heb het lopen tot mijn levenstaak gemaakt en ben in dienst daaraan kreupel geworden. Als iemand de eerste prijs verdiende zou ik het zijn! Maar ik maak geen drukte, daar heb ik minachting voor!“ En toen spuwde hij.

„Ik zal met woord en redenen kunnen verdedigen dat elke prijs, althans mijn stem daarvoor, is gegeven naar recht en billijkheid,“ zei de oude landmeterspost in het bos die lid van de jury was. „Ik ga in alles ordelijk te werk, ik overweeg alles goed en maak mijn berekeningen. Zevenmaal reeds heb ik de eer gehad in de jury te zitten, maar niet voor vandaag heb ik mijn wil kunnen doorzetten. Bij elke prijsuitdeling ben ik uitgegaan van een bepaald standpunt. Ik ben namelijk altijd begonnen bij de eerste letter van het abc voor de eerste prijs en bij de laatste voor de tweede. En let nu goed op, als je bij de eerste letter begint: dan is de achtste letter van de a af een h, dat is de haas, en daarom stemde ik voor de eerste prijs op de haas en de achtste letter van de ö af In het Deense abc namelijk. – de ae tel ik niet mee, dat is een erg onbehoorlijke klank, ik sla altijd alles wat onbehoorlijk is over – wordt de s, en daarom stemde ik voor de tweede prijs op de slak. De volgende keer wordt het de i voor de eerste en de r voor de tweede prijs! Orde moet er zijn, in alles! Vastigheid moet je hebben!“

„Wanneer ik niet in de jury gezeten had,“ zei de muilezel die ook jurylid was, „dan had ik op mijzelf gestemd, je moet niet alleen in aanmerking nemen hoe snel je vooruitkomt, maar ook nog allerlei andere eigenschappen bijvoorbeeld hoeveel je te dragen hebt. Maar daar zou ik ditmaal niet de nadruk op hebben gelegd, evenmin op de slimheid van de haas wanneer hij loopt. Die slimheid van hem die hem opeens een zijsprongetje doet maken om zijn achtervolgers op een dwaalspoor te brengen. Nee, er is nog iets waarop velen letten en dat ook zeker in aanmerking genomen moet worden, dat is wat je schoonheid noemt. Daar heb ik naar gekeken, ik keek naar de fraai gevormde oren van de haas. Het is een genot te zien hoe lang zij zijn. Ik meende mijzelf te zien toen ik nog klein was en daarom stemde ik op hem.“

„Stil“ zei de vlieg, „ja, ik wil geen redevoering houden, ik wil alleen maar wat zeggen! Dit weet ik wel dat ik met menige haas om het hardst gelopen heb. Kortgeleden brak ik de achterpoten van een van de allerjongste. Ik zat op de locomotief voor de trein – dat doe ik dikwijls, dan kan je het best je eigen snelheid aanschouwen. Een jong haasje liep een eind voor de trein uit. Hij wist niet dat ik daar zat. Ten slotte moest hij van de rails af maar toen werden zijn achterpoten door de locomotief overreden, want ik zat er bovenop. De haas bleef liggen, ik reed verder. Dat is toch zeker wel een overwinning? Maar ik maak geen aanspraak op de prijs!“

Ik vind, dacht de wilde roos, maar zij zei het niet, het is niet haar aard om hardop te zeggen wat ze denkt. Al was het heel goed geweest als zij het wel gedaan had. Ik vind dat de zonnestraal de eerste prijs had moeten hebben en de tweede ook! Die vliegt in een ogenblik de onmetelijke weg van de zon naar ons en dat met zo’n kracht dat de hele natuur erdoor ontwaakt. Die is zo mooi dat wij rozen er allemaal van blozen en geuren. De hoge overheid die moet oordelen, schijnt dat helemaal niet op te merken! Als ik zonnestraal was, dan bezorgde ik ze elk een zonnesteek – maar dat zou ze maar krankzinnig maken, dat kunnen zij ook zonder zonnesteek worden! Ik zeg maar niets, dacht de wilde roos. Vrede in het bos! Heerlijk is het te bloeien, te geuren en vreugde te geven, te leven in sage en lied. De zonnestraal overleeft ons toch allemaal.

„Wat is de eerste prijs?“ vroeg de regenworm die zich had verslapen en nu eerst kwam aankruipen.

„Vrije toegang tot een kooltuin,“ zei de muilezel; „dat stelde ik voor! De haas moest en zou de eerste prijs hebben en toen hield ik, als denkend en werkend lid, heel slim rekening met zijn belang. Nu is er voor de haas gezorgd. De slak mag op de stenen omheining zitten en mos en zonneschijn likken en wordt bovendien de volgende maal opgenomen in de jury, als een der eerste beoordelaars van hardlopen. Het is heel goed iemand van het vak te hebben in wat de mensen een comité noemen! Ik moet zeggen dat ik veel van de toekomst verwacht: wij zijn al zo goed begonnen!“

LanguagesLearn languages. Double-tap on a word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Achtergronden

Interpretaties

Tekstanalyse

„The Running Champion“ by Hans Christian Andersen is an allegorical tale exploring the themes of competition, merit, and how different perspectives and values influence the judgment of success. In the story, a contest is held to determine the fastest creature, with two prizes on offer. The jury comprises various animals and representations from nature, each with its unique criteria for evaluating the contestants.

The hare, known for its speed, is awarded the first prize, primarily due to the influence of personal connections and perceived justice by the jury. However, the granting of the second prize to the snail—a creature known for its slowness—causes a stir. Here, the story highlights the idea that effort, determination, and overcoming personal hurdles, such as the snail’s perseverance despite its physical limitations, can be worthy of recognition.

The tale includes a wide array of characters, such as the fence post, the swallow, the mule, and a wild rose, each offering different viewpoints on what constitutes merit and success. For instance, the fence post values consistency and effort, while the mule considers not just speed but also the beauty and cleverness of the contestants. Meanwhile, the wild rose believes the sunbeam, representing natural, effortless brilliance, deserves the highest honor for its life-giving force.

Through its whimsical yet insightful narrative, Andersen’s story encourages readers to reflect on how societal and individual biases shape the concept of achievement, reminding us that there are various ways to interpret and appreciate success beyond conventional metrics.

„The Runner“ by Hans Christian Andersen offers a satirical take on the concept of merit and reward, questioning the fairness and objectivity of competitions. In the story, various animals contest for a prize based on their speed throughout the year, judged by a jury that includes some of their peers and a few seemingly arbitrary criteria.

The story introduces us to several key characters:

The Hare: The hare wins the first prize due to his speed and perhaps favoritism, as his peers and family are in the jury. He views the slak’s (snail’s) second prize as a personal affront, indicating a sense of entitlement.

The Snail: Despite his slow pace, the snail is awarded second prize for his dedication and injury sustained while attempting to compete, representing determination and effort.

The Swallow: The swallow questions the validity of the results, showcasing that not everyone agrees with the jury’s decision or the criteria used, pointing out flaws in the system by mentioning his own speed and adaptability.

The Hedge Post: This character serves as a witness and commentator on the proceedings, providing a perspective on the importance of diligence and intention in judging merit, emphasizing how different qualities are valued.

The Mule: As a juror, the mule offers insight into the subjective nature of the judgment process, focusing on attributes like the aesthetics of the hare’s ears as a basis for decision-making, reflecting the arbitrary and sometimes superficial criteria used.

The Fly: Sharing an anecdote about a perceived victory over a young hare, the fly highlights a different understanding of success, bringing another layer to the concept of competition and achievement.

The Wild Rose and the Sunbeam: The rose, though silent, contemplates that the sunbeam truly deserves the prize for its unmatched speed and life-giving qualities, illustrating an ideal of merit that transcends the petty awards of the competition.

The Rainworm: A latecomer to the event, the rainworm inquires about the prize, introducing a humorous element with the revelation that the prize is unrestricted access to a cabbage patch, aligning self-interest with the hare’s winning.

Through allegory, Andersen critiques how achievements are assessed and rewarded, highlighting the subjectivity and potential biases that influence outcomes. The narrative draws attention to the often overlooked qualities that contribute to true merit and suggests a broader understanding of success that encompasses more than mere speed or appearance.

„Linguïstische analyse van het sprookje ‚De hardloper'“ door Hans Christian Andersen

Inleiding

Hans Christian Andersen is beroemd om zijn sprookjes, die vaak meerlagige verhalen bevatten met maatschappelijke thema’s en moraal. „De hardloper“ is daar geen uitzondering op, en biedt een interessante case voor een linguïstische analyse. Dit sprookje bevat een bonte verzameling dieren en objecten die ieder hun mening geven over een wedstrijd in snelheid.

Thematische Analyse

Een belangrijk thema in „De hardloper“ is de vraag naar rechtvaardigheid en objectiviteit bij het beoordelen van prestaties. De jury’s beslissingen lijken grotendeels subjectief en gebaseerd op persoonlijke voorkeuren en omstandigheden. Dit wijst op de menselijke neiging om (soms onterecht) objectieve oordelen te willen geven op basis van persoonlijke bias. De haas wint bijvoorbeeld de eerste prijs vanwege zijn familie in de jury en niet per se door zijn verdiensten. De slak, ondanks zijn inspanning, krijgt alleen de tweede prijs, wat een kritiek kan zijn op hoe inspanning en prestatie worden erkend.

Het verhaal laat verschillende perspectieven van dieren en objecten zien om een veelvoud aan morele en praktische argumenten te presenteren. De dialectische aard van het verhaal maakt het voor de lezer mogelijk om verschillende kanten van rechtvaardigheid en verdienste te overwegen. Dit wordt benadrukt door de manier waarop alle karakters vanuit hun eigen standpunt redeneren, zoals de weglopende zwaluw die zijn nominatie misloopt vanwege het gebrek aan vaderlandsliefde.

Stilistische Middelen

De dieren en objecten in Andersen’s verhaal worden antropomorf gemaakt; ze denken en redeneren alsof ze mensen zijn. Deze stijlkeuze maakt het mogelijk om menselijke eigenaardigheden en tekortkomingen duidelijk te illustreren door de gedragingen van dierlijke karakters, zoals de muilezel die over schoonheid oordeelt en de paal van het hek die getuigt van verhalen over vlijt.

Objecten zoals de paal van het hek en de landmeterspost worden eveneens menselijk gemaakt door personificatie. De participatie van levenloze objecten in het juryproces symboliseert vooringenomenheid en rigiditeit, bijvoorbeeld door de landmeterspost die vasthoudt aan de volgorde van het alfabet bij het beoordelen van deelnemers.

De ironie in het verhaal ligt in de absurde argumentatie en redenering van de juryleden. De commentaren van verschillende dieren en objecten voelen vaak sarcastisch aan, vooral wanneer ingenomen posities of eigenschappen worden overdreven, zoals wanneer de vlieg pocht over zijn snelheid bij het zitten op een trein.

Taalanalyse

De interacties zijn voornamelijk dialooggedreven, wat het verhaal dynamisch maakt en helpt om karaktereigenschappen duidelijk te maken. Monologen, zoals die van de roos, geven een intiemere kijk in de innerlijke wereld van de karakters, zelfs als die gedachten ongezegd blijven.

Andersen maakt gebruik van verscheidene stijlmiddelen om de stemmen van de verschillende karakters van elkaar te onderscheiden. De spraak van elk karakter draagt bij aan hun individualiteit en drukt hun perspectief en achtergrond uit.

Conclusie

Hans Christian Andersen’s sprookje „De hardloper“ is rijk aan thematische inhoud en stilistische middelen. Door antropomorfisme en personificatie te gebruiken, roept Andersen vragen op over rechtvaardigheid, meritocratie en subjectiviteit. De verschillende stemmen in het verhaal bieden inzicht in menselijke tekortkomingen door dieren- en objectkarakters, wat het sprookje boeiend, leerzaam en tijdloos maakt.


Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
VertalingenDE, EN, DA, ES, FR, NL
Leesbaarheidsindex door Björnsson32.4
Flesch-Reading-Ease Index69.4
Flesch–Kincaid Grade-Level7.8
Gunning Fog Index10.7
Coleman–Liau Index9.3
SMOG Index10.6
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex7.1
Aantal karakters6.159
Aantal letters4.818
Aantal zinnen67
Aantal woorden1.130
Gemiddeld aantal woorden per zin16,87
Woorden met meer dan 6 letters176
Percentage lange woorden15.6%
Totaal lettergrepen1.607
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,42
Woorden met drie lettergrepen111
Percentage woorden met drie lettergrepen9.8%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2025 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch