Leestijd voor kinderen: 4 min
Er was eens een kleermaker. Hij was een echte ruziemaker, en z’n vrouw, een goede, werkzame en vrome ziel, kon het hem nooit naar de zin maken. Wat ze ook deed, altijd was hij ontevreden; bromde, berispte haar, duwde en sloeg haar. Toen de overheid daarvan hoorde, lieten ze hem voorkomen en zetten hem gevangen, zodat hij een ander leven zou beginnen. Een tijdlang zat hij op water en brood, toen werd hij weer vrijgelaten, maar hij moest beloven, dat hij z’n vrouw nooit meer zou slaan, maar met haar in vrede leven, lief en leed delen zoals dat onder gehuwde mensen hoort. Een poos bleef het goed gaan, maar toen begon hij weer op de oude manier, was ontevreden en knorrig. En omdat hij haar geen slaag mocht geven, wilde hij haar bij d’r haar pakken en schudden. De vrouw ontweek hem en vluchtte naar het erf, maar hij liep met z’n ellestok en z’n schaar achter haar aan, zette haar na en gooide haar de ellestok en de schaar en alles wat hij verder nog bij zich had, om de oren. Als hij raak gooide, begon hij te lachen, als hij mis gooide, raasde en tierde hij. Het kwam zover, dat de buren de vrouw te hulp kwamen. De kleermaker werd voor de raad geroepen en herinnerd aan zijn belofte. „Lieve mensen,“ zei hij, „ik heb gedaan wat ik had beloofd: ik heb haar niet geslagen, maar ik heb lief en leed met haar gedeeld.“ – „Hoe kan dat nu,“ zei de rechter, „als ze zo over u klagen?“ – „Ik heb haar niet geslagen. Alleen, omdat ze er zo zonderling uitzag, heb ik d’r haar met mijn hand willen kammen. Maar zij vluchtte weg en heeft me kwaadwillig verlaten. Toen ben ik haar nagerend, en ik heb haar, als herinnering, vol goede bedoelingen, nagegooid, wat ik net bij de hand had. Lief en leef heb ik dus met haar gedeeld, want zo vaak ik raak gooide was het mij lief, en haar leed, en als ik mis gooide, was het haar lief en mij leed.“ Toch waren de rechters niet tevreden met dit antwoord, maar ze gaven hem z’n verdiende loon!

Achtergronden
Interpretaties
Tekstanalyse
Het verhaal dat je hebt gedeeld, is een korte vertelling van de Gebroeders Grimm. Het draait om een kleermaker die voortdurend ruzie maakt en zijn vrouw mishandelt. Ondanks waarschuwingen van de overheid en een periode van gevangenschap, hervalt hij in zijn gewelddadige gedrag. Wanneer de buren zich met de situatie bemoeien, wordt de kleermaker opnieuw voor de raad geroepen.
Het verhaal speelt in op de oude moraal van het delen van lief en leed binnen een huwelijk. De kleermaker probeert zijn gewelddadige gedrag te rechtvaardigen door te stellen dat hij „lief en leed“ met zijn vrouw „gedeeld“ heeft – een spel met woorden waarbij hij claimt dat het hem lief was als hij raak gooide (en haar leed) en omgekeerd. Deze verdraaide logica onderstreept zijn karakter als ruziemaker en werkt averechts, want de rechters zien door zijn woorden heen en geven hem zijn verdiende straf.
De moraal van het verhaal benadrukt dat echte liefde en gedeeld leed niet op dergelijke gewelddadige en egoïstische wijze kunnen worden geïnterpreteerd of gerechtvaardigd. Het gedrag van de kleermaker is ongepast en wordt dan ook niet door de samenleving geaccepteerd. Hoewel dit sprookje minder bekend is dan sommige andere verhalen van de Gebroeders Grimm, illustreert het op een krachtige manier misbruik en de consequenties daarvan.
Dit verhaal van de Gebroeders Grimm uit de collectie „Kinder- und Hausmärchen“ speelt in op de thema’s van huiselijk geweld en manipulatie van woorden en beloften. De kleermaker in het sprookje belooft de overheid dat hij zijn vrouw niet meer fysiek zal mishandelen. Hoewel hij zijn belofte op een technische manier nakomt door haar niet te slaan, vindt hij andere manieren om haar te terroriseren en zijn wreedheid voort te zetten.
Het verhaal speelt met de ironie en de verschillende betekenissen van de uitdrukking „lief en leed delen“. Traditioneel betekend het dat een echtpaar zowel de goede als de slechte tijden samen doorstaat, elkaars vreugde en verdriet deelt. De kleermaker verdraait echter de betekenis van deze uitdrukking om zijn wangedrag goed te praten, waarbij hij zijn vrouw misbruikt door te zeggen dat hij haar lief en leed heeft gedeeld door dingen naar haar te gooien.
Uiteindelijk zien de rechters toch door zijn smaakloze woordspelingen heen en straffen ze hem voor zijn gedrag. Dit sprookje benadrukt zowel de ernst van huiselijk geweld als de grenzen van taal en beloften, waarbij woorden niet worden gebruikt om duidelijke intenties en daden oprecht weer te geven.
Het sprookje „Lief en leed samen delen“ van de Gebroeders Grimm biedt een interessante basis voor een linguïstische analyse. Het verhaal bevat tal van elementen die de complexiteit van taal en de culturele normen binnen een samenleving weerspiegelen.
Semantiek en Woordspeling: De essentie van het sprookje draait rond een spel met betekenissen, vooral rond de uitdrukking „lief en leed delen“. De kleermaker interpreteert deze uitdrukking op een letterlijk en cynisch-comisch niveau, waarbij hij zijn vrouw fysiek kwaad doet en dat rationaliseert als het delen van „lief“ wanneer het hem plezier deed en „leed“ wanneer het haar pijn deed.
Pragmatiek: De pragmatische context speelt een cruciale rol. De kleermaker gebruikt een redenering die formeel correct lijkt, maar die faalt op het vlak van gemeenschappelijke normen en waarden. Zijn uitleg aan de rechters onthult een discrepantie tussen letterlijk taalgebruik en de impliciete sociale verwachtingen van wat het betekent om leed en geluk te delen in een huwelijk.
Syntaxis en Structuur: De structuur van de zinnen is kenmerkend voor de stijl van sprookjes: eenvoud, directe uitspraken, en dialogen die de voortgang van het verhaal bepalen. De dialoog tussen de kleermaker en de rechters is cruciaal voor het begrip van de algehele moraal van het verhaal.
Morfologie: Het gebruik van diminutieven en oude Nederlandse woorden, zoals „d’r“ in plaats van „haar“, geeft inzicht in de historische en sociale context waarbinnen het sprookje verteld werd. Deze elementen dragen bij aan de karakterisering en sfeer van het verhaal.
Stilistische Kenmerken: Er is een contrasterende mix van komische en serieuze tonen, ondersteund door ironie. De kleermaker beschrijft zijn acties op een manier die het publiek moet vermaken, terwijl de onderliggende ernst van huiselijk geweld wordt erkend.
Sociale en Culturele Reflectie: Dit sprookje weerspiegelt de normen en beperkingen van de tijd waarin het werd geschreven, met een nadruk op huwelijksplichten, maatschappelijke verwachtingen en manieren waarop individuen en instanties (zoals de rechter) probeerden om te gaan met huiselijk geweld.
Door deze elementen te analyseren, krijgen we niet alleen inzicht in de linguïstische structuren van het verhaal, maar ook in de sociale dynamieken en morele kwesties die in de tijd van de Gebroeders Grimm prominent waren. Het sprookje werkt zowel als een bron van vermaak als een middel om maatschappelijke normen te bekritiseren en onder de aandacht te brengen.
Informatie voor wetenschappelijke analyse
Kengeta | Waarde |
---|---|
Aantal | KHM 170 |
Aarne-Thompson-Uther-Index | ATU Typ 921D |
Vertalingen | DE, EN, DA, ES, PT, IT, JA, NL, PL, RU, TR, VI, ZH |
Leesbaarheidsindex door Björnsson | 30.9 |
Flesch-Reading-Ease Index | 71.1 |
Flesch–Kincaid Grade-Level | 8.1 |
Gunning Fog Index | 10.9 |
Coleman–Liau Index | 8.4 |
SMOG Index | 10.4 |
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex | 7.4 |
Aantal karakters | 1.935 |
Aantal letters | 1.487 |
Aantal zinnen | 19 |
Aantal woorden | 362 |
Gemiddeld aantal woorden per zin | 19,05 |
Woorden met meer dan 6 letters | 43 |
Percentage lange woorden | 11.9% |
Totaal lettergrepen | 498 |
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord | 1,38 |
Woorden met drie lettergrepen | 30 |
Percentage woorden met drie lettergrepen | 8.3% |