Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
De dood als peet
Grimm Märchen

De dood als peet - Sprookje van de Gebroeders Grimm

Leestijd voor kinderen: 10 min

Er was eens een arme man die twaalf kinderen had en hij moest dag en nacht werken om hun ten minste droog brood te kunnen geven. Toen nu het dertiende ter wereld kwam, wist hij zich geen raad, liep naar de grote weg en wilde de eerste de beste die hij tegenkwam vragen of hij peet wilde zijn. De eerste die hij ontmoette was Onze Lieve Heer, die al wist wat hij op zijn hart had en Hij sprak tot hem: „Arme man, ik heb medelijden met je, ik wil je kind ten doop houden, er voor zorgen, en het op aarde gelukkig maken.“ De man zei: „Wie bent U?“ – „Ik ben Onze Lieve Heer.“ – „Dan wens ik U niet als peet,“ zei de man, „U geeft aan de rijken en laat de armen honger lijden.“ Zo sprak de man, omdat hij niet wist hoe wijs God rijkdom en armoede verdeelt. Hij wendde zich dus van God af en liep verder. Daarop trad de duivel op hem toe en sprak: „Wat zoek je? Als je mij tot peet voor je kind neemt, dan zal ik hem goud in overvloed en bovendien nog alle genoegens van de wereld geven.“ De man vroeg: „Wie ben je?“ – „Ik ben de duivel.“ – „Dan wens ik je niet als peet,“ zei de man, „jij bedriegt en verleidt de mensen.“ Hij liep verder en toen kwam de Dood op zijn magere benen op hem toestappen en sprak: „Neem mij als peet.“ De man vroeg: „Wie ben je?“ – „Ik ben de Dood, die allen gelijk maakt.“ Toen sprak de man: „Jij bent de ware, jij komt, zonder onderscheid te maken, zowel de rijke als de arme halen, jou kies ik als peet.“ De Dood antwoordde: „Ik zal je kind rijk en beroemd maken, want wie mij tot vriend heeft daar kan het niet verkeerd mee gaan.“ De man zei: „Aanstaande zondag is de doop, zorg dat je op tijd bent.“ De Dood verscheen zoals hij beloofd had en hield het kind ten doop geheel volgens de regels.

Toen de jongen volwassen geworden was, verscheen op zekere dag de peetoom en zei dat hij met hem mee moest gaan. Hij nam de jongeman mee naar buiten naar het bos, toonde hem een kruid dat daar groeide en sprak: „Nu krijg je je doopgeschenk. Ik maak een beroemd arts van je. Iedere keer wanneer je bij een zieke geroepen wordt zal ik voor je verschijnen; sta ik bij het hoofd van de zieke, dan kun je met stelligheid beweren dat je hem weer gezond zult maken; en als je hem van dit kruid geeft, zal hij genezen; sta ik echter bij de voeten van de zieke, dan is hij van mij en moet je zeggen dat alle hulp vergeefs is en dat geen arts ter wereld hem nog kan redden. Maar denk erom, dat je het kruid niet tegen mijn wil gebruikt, dan zou het je wel eens slecht kunnen vergaan.“

Het duurde niet lang of de jongeman was de beroemdste arts op de hele wereld. „Hij hoeft een zieke alleen maar aan te kijken om te weten hoe het met hem gesteld is, of hij weer gezond wordt of dat hij moet sterven,“ vertelde men van hem. De mensen kwamen van heinde en verre, haalden hem bij hun zieken en gaven hem zoveel goud, dat hij spoedig een rijk man was. Op een keer gebeurde het dat de koning ziek werd, men ontbood de arts en deze moest zeggen of hij weer gezond zou kunnen worden. Maar toen hij bij het bed kwam stond de Dood bij de voeten van de zieke en daarom was er geen kruid meer voor hem gewassen. „Als ik de Dood nu toch eens te slim af kon zijn,“ dacht de arts, „hij zal het mij wel kwalijk nemen, maar omdat ik zijn petekind ben, zal hij wel een oogje dicht doen – ik waag het erop.“ Dus nam hij de zieke op en legde hem andersom, zodat de Dood bij zijn hoofd kwam te staan. Toen gaf hij hem van het kruid en de koning herstelde en werd weer gezond. De Dood echter kwam met een boos en somber gezicht naar de arts toe, dreigde hem met zijn vinger en zei: „Je hebt mij om de tuin geleid – voor deze éne keer zal ik het je vergeven, omdat je mijn petekind bent, maar waag het niet nog eens, want dan ben je erbij en neem ik jou zelf mee.“

Spoedig daarna werd de dochter van de koning ernstig ziek. Zij was zijn enig kind en dag en nacht weende hij zodat hij niet meer uit zijn ogen kon kijken. Hij liet bekend maken, dat degene die haar van de dood kon redden, haar gemaal zou worden en de kroon erven. Toen de arts aan het ziekbed kwam, zag hij de Dood bij haar voeten staan. Hij had zich de waarschuwingen van zijn peetoom moeten herinneren, maar de schoonheid van de koningsdochter en het geluk haar gemaal te zullen worden verblindden hem zo, dat hij nergens meer aan wilde denken. Hij zag niet, dat de Dood hem boze blikken toewierp, zijn hand ophief en met zijn magere vuist dreigde. Hij tilde de zieke op en legde haar hoofd op de plaats waar haar voeten hadden gelegen. Toen gaf hij haar van het kruid en spoedig kwam er een blos op haar wangen en het leven keerde in haar terug.

Toen de Dood zag dat zijn buit hem voor de tweede maal afhandig was gemaakt, liep hij met grote stappen naar de arts toe en sprak: „Nu is het uit met jou, nu ben jij aan de beurt,“ pakte hem met zijn ijskoude hand zó stevig vast, dat hij zich niet kon verzetten en bracht hem naar een onderaardse grot. Daar zag hij in onafzienbare rijen duizenden en nog eens duizenden lichten branden, sommige groot, andere minder groot en weer andere klein. Telkens doofden er enkele uit en vlamden weer andere op, zodat het leek of de vlammetjes voortdurend heen en weer sprongen. „Wat je hier ziet,“ sprak de Dood, „zijn de levenslichten van de mensen. De grote zijn die van de kinderen, de minder grote die van de getrouwde mensen in de bloei van hun leven en de kleine die van de oude mensen. Doch ook kinderen en jonge mensen hebben dikwijls maar een klein lichtje. „Laat mij mijn levenslicht zien,“ zei de arts, in de veronderstelling dat het nog flink groot zou zijn. De Dood wees op een klein stukje kaars dat op het punt stond uit te doven en sprak: „Kijk, dat is het.“ – „Ach, beste peetoom,“ zei de arts geschrokken, „steek een nieuwe voor mij aan omdat ik het ben – zodat ik nog van mijn leven kan genieten, koning kan worden en de gemaal van de schone koningsdochter.“ – „Dat kan ik niet,“ antwoordde de Dood, „eerst moet er een gedoofd zijn, voordat een nieuwe vlam kan vatten.“ – „Plaats het oude stukje op een nieuwe kaars zodat het meteen doorbrandt, als het oude op is,“ smeekte de arts. De Dood deed alsof hij zijn wens wilde vervullen. Hij haalde een nieuwe lange kaars, maar omdat hij zich wilde wreken, deed hij bij het verwisselen met opzet onhandig en het stompje kaars viel om en doofde uit. Terstond zonk de arts ter aarde, hij was nu zelf in de handen van de Dood gevallen.

LanguagesLearn languages. Double-tap on a word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Achtergronden

Interpretaties

Tekstanalyse

„De dood als peet“ is een fascinerend en diepzinnig sprookje van de Gebroeders Grimm dat veel inzicht geeft in de menselijke natuur en het lot. Het verhaal behandelt thema’s zoals armen versus rijken, macht, bedrog, en onontkoombaarheid van de dood.

Centraal in dit sprookje staat de relatie tussen de mens en de onvermijdelijke dood. In zijn wanhoop om een goede toekomst voor zijn dertiende kind te verzekeren, weigert de arme vader zowel God als de Duivel als peetvader en kiest hij uiteindelijk voor de Dood, omdat deze alle mensen gelijk behandelt, rijk of arm. Deze keuze onderstreept het onvermijdelijke en onpartijdige karakter van de dood.

De jongen wordt een beroemd arts dankzij de Dood, maar zijn succes en rijkdom leiden hem tot hoogmoed. Tweemaal tart hij het lot door de Dood te misleiden om invloed en liefde te verkrijgen. Deze daden symboliseren de menselijke neiging om te proberen het lot naar eigen hand te zetten, vaak ten behoeve van persoonlijke verlangens en ambities.

Het einde van het sprookje laat zien hoe dun het koord is waarop de jongen balanceert tussen leven en dood. Ondanks zijn overtuigingen over zijn bijzondere relatie met de Dood, kan hij aan zijn lot niet ontsnappen. De Dood laat zien dat zelfs de persoon die denkt de regels te kunnen buigen, uiteindelijk verantwoording moet afleggen.

„De dood als peet“ verwoordt op poëtische wijze dat, ongeacht onze pogingen om het tegen te houden of te manipuleren, de dood onontkoombaar is en rechtvaardig alles en iedereen treft. Uiteindelijk leert het sprookje ons dat overmoed en misbruik van macht ons vaak duur kunnen komen te staan, en dat wijsheid inhoudt de natuurlijke loop der dingen te accepteren.

„De dood als peet“ van de Gebroeders Grimm is een aangrijpend sprookje dat verschillende interpretaties kan uitlokken.

Hier zijn enkele mogelijke interpretaties van dit verhaal:

De onvermijdelijkheid van de dood: Het verhaal illustreert de onontkoombare aard van de dood. Hoe machtig en beroemd de arts ook werd, uiteindelijk kon hij niet ontsnappen aan zijn eigen sterfelijkheid. De dood is de grote gelijkmaker, die niemand kan bedriegen of omkopen.

De beperking van menselijke kennis en macht: Ondanks zijn talent en succes wordt de arts herinnerd aan zijn beperkingen. Zijn pogingen om de dood te slim af te zijn falen uiteindelijk omdat de dood buiten het bereik van menselijke controle ligt. Dit kan worden gezien als een waarschuwing tegen overmoed en het proberen te overschrijden van natuurlijke grenzen.

Moraal en ethiek in de medische praktijk: Het sprookje kan ook worden gezien als een commentaar op de verantwoordelijkheid van artsen en de ethische dilemma’s waarmee ze worden geconfronteerd. De arts overtreedt de regels die door de Dood zijn gesteld, gedreven door persoonlijke verlangens en ambities. Dit kan worden geïnterpreteerd als een waarschuwing voor het verwaarlozen van professionele en morele standaarden ten gunste van persoonlijke gewin.

De rol van de dood in het leven: Door de dood niet alleen als een einde, maar ook als een begeleider in het leven te portretteren, biedt het sprookje een diepere reflectie op hoe de dood aanwezig is gedurende het hele leven en een rol speelt in de menselijke ervaring, beslissingen en moraliteit.

De balans tussen rijkdom en wijsheid: Het initiële gesprek tussen de arme man en God, de duivel en uiteindelijk de dood, zet de toon voor een discussie over wat werkelijk waardevol is in het leven. De man wijst zowel God, die rijkdom niet ongelimiteerd verspreidt, als de duivel, die misleidt en verleidt, af en kiest de dood als peetoom omdat deze eerlijk en onpartijdig is. Dit kan ook worden geïnterpreteerd als een oproep tot bescheidenheid en het waarderen van eerlijkheid boven materieel gewin.

Dit sprookje van de Gebroeders Grimm nodigt uit tot reflectie over leven, dood, moraliteit, en de menselijke conditie, en blijft relevant door zijn vermogen om complexe vragen op een eenvoudige manier aan te bieden.

„Linguïstische analyse van het sprookje ‚De dood als peet'“ zal zich richten op enkele belangrijke taalkundige en stilistische kenmerken van dit verhaal van de Gebroeders Grimm.

Lexicale elementen: Het sprookje bevat een aantal archaïsche woorden en uitdrukkingen die typerend zijn voor de tijd waarin de Gebroeders Grimm hun verhalen verzamelden en bewerkten. Woorden zoals „petekind“, „doopgeschenk“, en „gemaal“ zijn voorbeelden van taalgebruik dat minder courant is in modern Nederlands.

Herhaling: In het verhaal wordt herhaling gebruikt om bepaalde punten te benadrukken. Bijvoorbeeld, de zinnen waarin de arts drie keer meemaakt dat de Dood zijn positie zichtbaar maakt (hoofd vs. voeten van de zieke) illustreren een belangrijk terugkerend thema.
Anticipatie: Het verhaal maakt gebruik van anticipatie, waarbij door middel van voorafschaduwing wordt aangegeven dat de arts in problemen zal komen als hij de instructies van de Dood negeert.

Dialoog: De dialogen zijn eenvoudig en direct, wat typerend is voor sprookjes. Dit vergemakkelijkt het begrip en maakt het verhaal toegankelijk voor een breed publiek, waaronder kinderen.

Beginsel: Het verhaal begint met de welbekende sprookjesformule „Er was eens“, die de lezer direct in een sprookjesachtige wereld plaatst.
Opbouw en climax: De opbouw van het verhaal betrekt de keuzes van de hoofdpersonages en leidt naar een climax waarbij de arts de Dood voor de tweede keer probeert te slim af te zijn.
Moralisme: Het verhaal bevat een duidelijke morele les, namelijk dat niemand de Dood kan bedriegen of ontsnappen aan zijn lot. Dit moralisme is een gebruikelijk kenmerk van sprookjes, waarbij vaak levenslessen worden overgebracht.

De Dood: wordt gepersonifieerd als een wezen dat menselijke eigenschappen heeft, zoals spreken en beslissen. Dit is een typisch sprookelement, waarbij abstracte concepten als personages worden voorgesteld.

De onontkoombare dood: Het centrale thema is de onontkoombaarheid van de dood. Dit wordt op verschillende manieren benadrukt, bijvoorbeeld door de symboliek van de levenslichten.
Gelijkheid voor de dood: Het verhaal benadrukt ook dat iedereen gelijk is in de ogen van de dood, zowel arm als rijk.

Door deze elementen te gebruiken, slagen de Gebroeders Grimm erin om een diepzinnig en thematisch rijk sprookje te vertellen dat aanzet tot nadenken over de aard van leven en dood.


Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
AantalKHM 44
Aarne-Thompson-Uther-IndexATU Typ 332
VertalingenDE, EN, DA, ES, FR, PT, IT, JA, NL, PL, RU, TR, VI, ZH
Leesbaarheidsindex door Björnsson31.3
Flesch-Reading-Ease Index73.2
Flesch–Kincaid Grade-Level8.5
Gunning Fog Index10.8
Coleman–Liau Index7.8
SMOG Index9.3
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex8.4
Aantal karakters6.405
Aantal letters4.931
Aantal zinnen56
Aantal woorden1.231
Gemiddeld aantal woorden per zin21,98
Woorden met meer dan 6 letters115
Percentage lange woorden9.3%
Totaal lettergrepen1.620
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,32
Woorden met drie lettergrepen63
Percentage woorden met drie lettergrepen5.1%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2025 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch