Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
Het blauwe licht
Grimm Märchen

Het blauwe licht - Sprookje van de Gebroeders Grimm

Leestijd voor kinderen: 13 min

Er was eens een soldaat, die de koning jaren lang trouw gediend had, maar toen de oorlog afgelopen was en de soldaat om zijn vele wonden die hij opgelopen had, niet verder kon dienen, zei de koning tot hem: „Je kunt naar huis gaan, ik heb je niet meer nodig; je krijgt verder geen betaling meer, want ik betaal alleen iemand die in mijn dienst is.“ Toen wist de soldaat niet hoe hij zijn leven verder moest doorbrengen; hij ging bezorgd weg en zwierf de hele dag rond, tot hij ’s avonds in een bos aankwam. Toen de duisternis viel, zag hij een lichtje, daarop ging hij af en kwam bij een huis waar een heks woonde. „Geef me toch onderdak voor de nacht en een beetje eten en drinken,“ zei hij tot haar, „anders ga ik dood.“ – „Wat?“ zei ze, „wie geeft er nu iets aan een afgedankte soldaat? Nu, ik zal medelijden met je hebben en je in huis nemen als je doet wat ik van je verlang.“ – „Wat wil je dan?“ vroeg de soldaat. „Dat je. morgen mijn tuin omspit.“ De soldaat stemde toe en werkte de volgende dag met mannekracht, maar hij kon niet eerder klaar komen dan ’s avonds. „Ik zie al,“ zei de heks, „dat je vanavond niet weg kunt: ik zal je nog één nacht houden, en daarvoor moet je me morgen een karrevracht hout kloven en klein hakken.“ De soldaat had daar de hele dag voor nodig, en ’s avonds stelde de heks hem voor, nog een nacht te blijven. „Je hoeft morgen maar een kleinigheid voor me te doen. Achter mijn huis is een oude, verdroogde bron, daar heb ik mijn licht in laten vallen; het heeft een blauwe vlam en gaat niet uit, en dat moet je voor me opvissen.“ De volgende dag bracht het oude mens hem naar de put, en liet hem in een mand naar beneden. Hij vond het blauwe licht en gaf een teken, dat zij hem weer op kon halen. Zij trok hem ook op, en toen hij dicht bij de rand was, stak ze haar hand omlaag en wilde het blauwe licht uit zijn hand nemen. „Nee, zo niet,“ zei hij, want hij merkte haar lelijke gedachte; „dat licht geef ik niet af voor ik met mijn beide voeten op de grond sta.“ Toen werd de heks woedend, liet hem weer zakken en ging weg. De arme soldaat was, zonder verwondingen, op de vochtige bodem gevallen en het blauwe licht brandde door; maar wat hielp hem dat? Hij zag wel, dat dit zijn dood moest zijn. Hij ging een poos zitten, en was treurig. Toevallig greep hij in zijn zak en vond zijn pijp, die nog half gestopt was. „Dat zal het laatste genoegen zijn,“ dacht hij, haalde hem uit zijn zak, maakte vuur aan het blauwe licht en begon te roken. Toen de rook rondtrok in het hol, stond er opeens een klein zwart mannetje voor hem en zei: „Heer, wat is er van uw dienst?“ – „Wat heb ik voor dienst te vragen?“ antwoordde de soldaat verwonderd. „Ik moet alles doen,“ zei het mannetje, „wat u verlangt.“ – „Best,“ zei de soldaat, „help me dan eerst uit deze put.“ Het mannetje nam hem bij de hand en bracht hem door een onderaardse gang, maar hij vergat het licht niet. Het liet hem onder ‚t lopen de schatten zien die de heks bijeen had gebracht en daar verstopt had, en de soldaat nam zoveel goud mee als hij dragen kon. Toen ze boven waren, zei hij tegen het mannetje: „Ga nu de oude heks vastbinden en breng haar voor ‚t gerecht.“ En het duurde niet lang of daar kwam ze op een wilde kater schreeuwend en snel als de wind aangereden; en het duurde niet lang of het mannetje was terug, „‚t Is al klaar,“ zei hij, „en de heks hangt al aan de galg. En wat beveelt u verder?“ vroeg het mannetje. „Op ‚t ogenblik niets,“ zei de soldaat, „je kunt naar huis gaan; maar blijf in de buurt, als ik je roep.“ – „Je hoeft niets anders te doen,“ zei het mannetje, „dan dat je je pijp aan het blauwe licht aansteekt, dan sta ik dadelijk voor je.“ En meteen verdween hij toen voor zijn ogen. De soldaat keerde naar de stad terug, waar hij vandaan kwam. Hij ging naar het beste hotel, liet mooie kleren maken, en hij beval de waard voor hem een prachtige kamer in te richten. Toen het klaar was, en de soldaat die bewoonde, riep hij het zwarte mannetje en zei: „Ik heb de koning trouw gediend, maar hij heeft me weggezonden en me honger laten lijden; daar wil ik me voor wreken.“ – „Wat moet ik doen?“ vroeg de dwerg, „’s Avonds laat, als zijn dochter al naar bed is, moet je haar hier brengen; ze moet mijn dienstbode zijn.“ Het mannetje zei: „Dat is voor mij heel gemakkelijk; maar voor jou zou het gevaarlijk kunnen zijn, en als het uitkomt, krijg je op je kop.“ Toen het twaalf uur had geslagen, sprong de deur open, en het mannetje kwam de prinses binnendragen. „Zo, ben je daar?“ riep de soldaat, „ga maar flink aan ‚t werk! Ga een bezem halen en de kamer vegen.“ Toen ze daarmee klaar was, liet hij haar bij zich komen, strekte zijn voeten naar haar uit en zei: „Trek mijn laarzen uit.“ Hij gooide ze haar in ‚t gezicht, en ze moest ze oprapen, schoonmaken en poetsen. Maar ze deed alles wat hij haar beval, zonder tegenstribbelen, zwijgend, en met half neergeslagen ogen. Bij ‚t eerste hanengekraai droeg het mannetje haar weer naar het koninklijk slot en naar haar bed terug. De volgende morgen stond de prinses op, ging naar haar vader en vertelde hem, dat ze zo’n vreemde droom had gehad: „Ik werd vliegensvlug door de straten gedragen naar de kamer van een soldaat; ik moest hem bedienen als een dienstbode en allerlei vuil werk doen, de kamer vegen en schoenpoetsen. Het was maar een droom, maar ik ben zo moe of ik het werkelijk had moeten doen.“ – „Die droom kan geen werkelijkheid zijn geweest,“ sprak de koning, „maar ik wil je wel een raad geven: doe je zak vol erwten en maak er een klein gaatje in; als je weer gehaald wordt, dan vallen ze en laten een spoor na op straat.“ Maar terwijl de koning dat zei, was het mannetje ongezien aanwezig en hoorde alles, ’s Nachts droeg hij de slapende prinses weer door de straten, en er vielen wel een paar erwten uit haar zak, maar ze vormden toch geen spoor, want het slimme mannetje had van te voren erwten rondgestrooid in alle straten van de hele stad. Maar de prinses moest weer al het zware werk doen tot de haan kraaide. De volgende morgen zond de koning al zijn bedienden uit om het erwtenspoor te zoeken, maar het was vergeefs. Want in alle straten zaten arme kinderen erwten te zoeken en vertelden: „Vannacht heeft het erwten geregend.“ – „We moeten er wat anders op verzinnen,“ zei de koning, „hou je schoenen aan als je gaat slapen, en voor je weggaat moet je er daar één achterlaten en verstoppen; ik zal hem wel weten te vinden.“ Het zwarte mannetje hoorde dat plan, en toen de soldaat ’s avonds verlangde, dat hij de prinses weer brengen moest, ried hij het hem af en zei, tegen deze list was niets bestand, en als de schoen bij hem gevonden werd, dan zou het slecht met hem aflopen. „Doe wat ik zeg!“ zei de soldaat, en de prinses moest ook deze derde nacht als een dienstbode werken, maar vóór ze terug werd gedragen, verstopte ze een schoen onder het bed. De volgende morgen liet de koning de hele stad door naar de schoen van zijn dochter zoeken. En hij werd gevonden; bij de soldaat, en de soldaat zelf, die zich op verzoek van het mannetje uit de voeten had gemaakt, werd buiten de poort spoedig ingehaald en in de gevangenis gestopt. Hij had het beste vergeten bij zijn overhaaste vlucht: het blauwe licht en zijn goud. En hij had nog maar één dukaat op zak. Toen hij nu, zwaar geketend, voor het venster van zijn gevangenis stond, zag hij één van zijn oude kameraden voorbijkomen. Hij klopte tegen de ruit, en toen de man eraan kwam zei hij: „Wees zo goed en haal dat pakje eens, dat ik in de herberg heb laten liggen; ik geef je een dukaat.“ De kameraad ging erheen en haalde het. Zodra de soldaat weer alleen was, stak hij zijn pijp op en liet het zwarte mannetje komen. „Wees niet bang,“ zei hij tegen zijn meester, „ga maar waar ze je heen brengen, en laat alles gebeuren, alleen, neem het blauwe licht mee.“ De volgende dag werd de soldaat voor het gerecht gebracht en ofschoon hij niets kwaads had gedaan, veroordeelde de rechter hem toch ter dood. Toen hij nu weggevoerd werd, vroeg hij de koning om een laatste gunst. „Wat voor één?“ vroeg de koning. „Dat ik onderweg nog een pijp mag roken.“ – „Je kunt er drie roken,“ antwoordde de koning, „maar je moet niet denken dat ik je ‚t leven schenk.“ Nu haalde de soldaat zijn pijp te voorschijn en stak die aan het blauwe licht aan en toen er een paar kringetjes rook waren opgestegen, stond het mannetje er al, met een klein knuppeltje in zijn hand en hij zei: „Wat is er van uw dienst?“ – „Sla die valse rechter tegen de grond, en spaar de koning niet, die mij zo slecht behandeld heeft.“ Toen vloog het mannetje als een bliksem zig-zag heen en weer, en als hij iemand met zijn knuppel maar aanraakte, viel hij op de grond en stond niet meer op. De koning werd heel bang, hij ging al liggen en om zijn leven te houden, gaf hij de soldaat het hele koninkrijk en zijn dochter tot vrouw.

LanguagesLearn languages. Double-tap on a word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Achtergronden

Interpretaties

Tekstanalyse

„Het blauwe licht“ is een typisch sprookje van de Gebroeders Grimm dat de thema’s van rechtvaardigheid, verraad en magie verkent. Het verhaal volgt een soldaat die, na trouw dienst te hebben verleend en verwondingen te hebben opgelopen, zonder compensatie wordt weggestuurd door de koning. Dit zet de toon voor een verhaal over verwaarlozing en wraak.

De soldaat ontmoet een heks, wat vaak een symbool is voor gevaar en misleiding in sprookjes. Ondanks dat de heks hem onderdak biedt, blijkt ze kwade bedoelingen te hebben. Ze probeert het blauwe licht van hem te stelen, een magisch object dat een klein zwart mannetje kan oproepen dat allerlei wensen kan vervullen.

Met behulp van het blauwe licht en het mannetje, keert het verhaal zich naar een wraakfantasie tegen de koning en zijn dochter, die tegen hun zin worden betrokken in het conflict. De twist van erwten en de verloren schoen doen denken aan klassieke sprookje-elementen zoals die in „Assepoester“.

Het kleedt complexere thema’s in eenvoudige symboliek: de soldaat, die eerst passief en machteloos lijkt, ontdekt empowerment door middel van het magische blauwe licht. Het verhaal eindigt met de omkering van macht; de soldaat wordt koning en trouwt de prinses, wat een vaak voorkomend sprookjesmotief is: beloning na lijden en de uiteindelijke triomf van rechtvaardigheid.

„Het blauwe licht“ laat zien hoe het bovennatuurlijke wordt gebruikt om onrecht te bestrijden en dient als een moraal over het belang van rechtvaardigheid en de gevaren van verraad. Elk karakter in het verhaal speelt een rol bij het verkennen van deze thema’s, van het oprechte verlangen van de soldaat naar gerechtigheid tot de uiteindelijke erkenning van zijn waarde door de koning.

„Het blauwe licht“ is een klassiek sprookje van de Gebroeders Grimm met elementen die veel voorkomen in hun verhalen: magie, een soldaat die in onmin raakt, en een twist met een koning. Er zijn verschillende manieren om dit sprookje te interpreteren en te analyseren. Hier zijn enkele mogelijke interpretaties en thematische analyses:

Ongerechtvaardigde Onrechtvaardigheid en Wraak: Het verhaal begint met het onrecht dat de soldaat wordt aangedaan door de koning, die hem na jarenlange trouwe dienst ontslaat zonder compensatie. Dit onrechtvaardigheidsgevoel is iets dat veel mensen kunnen herkennen, vooral in situaties waarin loyaliteit en toewijding niet worden beloond. De soldaat’s wraak kan worden geïnterpreteerd als een vorm van herstel van rechtvaardigheid, zelfs als de methodes twijfelachtig zijn.

De Kracht van Magie en Verlangen: Het blauwe licht fungeert als een magisch element dat de soldaat in staat stelt om zijn verlangens te vervullen.

Het roept vragen op over de verantwoordelijkheid van macht: hoe macht kan worden gebruikt ten goede of ten kwade, en hoe het karakter van de persoon in kwestie beïnvloedt wat er met die macht gebeurt.

Sociaal-economische Thema’s: De soldaat staat symbool voor de gewone man die wordt uitgebuit door de machthebbers. Zijn stijging van een ontslagen soldaat tot de heerser van het koninkrijk vertegenwoordigt een ommekeer van de sociale orde, een thema dat in veel sprookjes voorkomt als wensvervulling voor de onderdrukten.

Moraal van Daden en Gevolgen: De sprookje kan worden geïnterpreteerd als een waarschuwing dat slechte daden, zoals die van de heks en later de koning, onvermijdelijk leiden tot negatieve gevolgen. Aan de andere kant suggereert het dat slimme en dappere daden, zij het moreel twijfelachtig, soms kunnen leiden tot beter lot.

Vrouwelijke Onderdrukking en Emancipatie: De prinses, hoewel aanvankelijk slachtoffer van de soldaat’s wraak, krijgt uiteindelijk meer autonomie en invloed als koningin, door met de soldaat te trouwen. Dit kan worden gezien als een verschuiving in haar rol van onderdrukte naar heerser, hoewel deze interpretatie complex is gezien de omstandigheden van de „relatie“.

De Rol van Kwetsbaarheid en Medelijden: Aan het begin profiteert de heks van de kwetsbaarheid van de soldaat door hem werk te geven in ruil voor onderdak. Dit toont aan hoe goedhartigheid niet altijd oprechte motieven heeft en hoe kwetsbaarheid kan leiden tot uitbuiting.

Elke interpretatie benadrukt een ander aspect van de menselijke natuur en de wereld, waarmee de Gebroeders Grimm de veelzijdigheid van sprookjes als artistieke en pedagogische instrumenten benadrukken.

Het sprookje „Het blauwe licht“ van de Gebroeders Grimm kan op verschillende manieren linguïstisch geanalyseerd worden.

Syntaxis en Zinsstructuur: De tekst bevat lange, complexe zinnen met meerdere bijzinnen. Dit is kenmerkend voor negentiende-eeuwse sprookjes en vertellingen. Veel zinnen beginnen met voegwoorden zoals „toen“ en „maar“, wat de vertelstructuur vloeiend en voortschrijdend maakt.

Morfologie: De tekst bevat oude Nederlandse vormen en constructies, zoals „&039;s avonds“, „mannekracht“. Werkwoordsvormen zoals „zwierf“, „dwong“ en „wies“ zijn in de verleden tijdsvorm van sterke werkwoorden, die inmiddels minder gebruikelijk kunnen zijn.

Lexicon en Woordkeuze: Er is een rijke woordenschat aanwezig, met specifieke termen die mogelijk minder bekend zijn bij hedendaagse lezers, zoals „knuppeltje“, „hanengekraai“, en „karrevracht“. Er zijn archaïsche woorden en uitdrukkingen die in dagelijkse taal gebruik minder vaak voorkomen zoals „alde“, een ander woord voor „oude“.

Pragmatiek: De dialogen tussen personages geven inzicht in sociale hiërarchieën en relaties, zoals de machtsverhouding tussen de soldaat en de koning, en tussen de soldaat en de heks. De toon en manier van aanspreken zijn formeel en beleefd, wat typerend is voor de tijd waarin het sprookje geschreven is.

Semantiek: Symboliek speelt een grote rol, zoals het „blauwe licht“ dat staat voor kracht en magische vermogens, en de „put“ die een overgang naar een andere wereld of toestand symboliseert. Thematische elementen zoals rechtvaardigheid, wraak, en het idee van de underdog die zegeviert zijn prominent in het verhaal aanwezig.

Narratieve Structuur: Het verhaal volgt een klassieke sprookjesstructuur met een inleiding, probleem, climax, en oplossing. Het plot bevat elementen van reis, beproeving, en magische interventie, die typerend zijn voor sprookjes.

Stilistische Kenmerken: Herhalingen van gebeurtenissen (zoals de drie nachten dat de prinses dienst doet) zorgen voor een ritmische structuur die de spanning opbouwt. De stijl is direct en beschrijvend, zonder uitgebreide psychologische karakterontwikkeling, wat gebruikelijk is in sprookjes.

Door deze linguïstische elementen samen te brengen, krijgt men inzicht in de literaire en culturele context van „Het blauwe licht“, evenals in de manier waarop de Gebroeders Grimm spanning en moraal verweven in hun sprookjes.


Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
AantalKHM 116
Aarne-Thompson-Uther-IndexATU Typ 562
VertalingenDE, EN, DA, ES, FR, PT, HU, IT, JA, NL, PL, RU, TR, VI, ZH
Leesbaarheidsindex door Björnsson32.7
Flesch-Reading-Ease Index72.1
Flesch–Kincaid Grade-Level8.1
Gunning Fog Index10.7
Coleman–Liau Index8.4
SMOG Index10
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex7.8
Aantal karakters8.844
Aantal letters6.812
Aantal zinnen84
Aantal woorden1.655
Gemiddeld aantal woorden per zin19,70
Woorden met meer dan 6 letters215
Percentage lange woorden13%
Totaal lettergrepen2.245
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,36
Woorden met drie lettergrepen117
Percentage woorden met drie lettergrepen7.1%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2025 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch