Leestijd voor kinderen: 8 min
Een kat had kennis gemaakt met een muis en haar zoveel voorgespiegeld over haar grote liefde en vriendschap, dat de muis er vriendelijk in toestemde, met haar samen in één huis te wonen en samen ‚t huishouden te doen. „Maar voor de winter moeten we voorraad opdoen, anders lijden we honger,“ zei de kat. „Jij, kleine muis, kunt je niet overal heen wagen, want dan kom je tenslotte nog in een val terecht.“ De goede raad werd opgevolgd, en een potje met vet aangeschaft. Ze wisten niet, waar ze het vet bewaren zouden; eindelijk, na lange uren nadenken, sprak de kat: „Ik weet niet waar je het beter zou kunnen bewaren dan in de kerk, want daar durft niemand iets weg te nemen; we zetten het onder ‚t altaar en komen er niet eerder aan, dan wanneer de nood aan de man komt.“ Het potje werd dus in veilige bewaring gebracht; maar het duurde niet lang, of de kat kreeg er zo’n trek in, en hij sprak tot de muis: „Wat ik nog zeggen wou, muisje, mijn nichtje heeft gevraagd of ik peet wou zijn; ze heeft een zoontje gekregen, wit met bruine vlekjes, en dat moet ik ten doop houden. Laat mij vandaag uitgaan, dan kun jij ‚t huishouden wel eens alleen doen vandaag.“ – „Ja, best,“ gaf de muis ten antwoord, „ga in Gods naam; en als je wat lekkers krijgt, denk dan aan me; die heerlijke zoete kandeel, daar zou ik best wat van willen hebben.“ Maar ‚t was niet waar, de kat had helemaal geen nichtje en was niet als peet gevraagd. Hij ging rechttoe rechtaan naar de kerk, sloop naar het potje met vet, begon te likken en likte er het bovenste vel af. Toen ging hij een wandeling maken over de daken van de stad, keek overal eens rond, strekte zich toen heerlijk uit in ‚t zonnetje en likte zich z’n snorrebaard zodra hij weer aan dat vetpotje dacht. Pas toen de avond viel, kwam hij weer naar huis. „Zo, ben je daar weer,“ zei de muis, „je hebt zeker een prettige dag gehad.“ – „Dat ging wel,“ antwoordde de kat. „En wat voor naam heeft het kind gekregen?“ vroeg de muis. „Velaf,“ zei de kat droogjes. „Velaf!“ zei de muis, „wat is dat een wonderlijke en rare naam; is die in de familie gebruikelijk?“

„Hoezo?“ zei de kat, „het is niet erger dan Knabbeldief, zoals jouw familie heet.“
Niet lang daarna overkwam het de kat weer, dat hij zo’n trek kreeg. Hij zei tegen de muis: „Je moet me een plezier doen en nog eens de huishouding alleen doen vandaag. Ik ben weer gevraagd om peetoom te zijn, en het kind heeft een witte ring om zijn hals, dus afslaan kan ik het niet.“ De goede muis vond het best, maar de kat sloop achter de stadsmuur om naar de kerk en at het vetpotje half leeg. „Niets smaakt beter,“ zei hij, „dan wat je alleen eet,“ en hij was zeer voldaan over zijn dagtaak. Toen hij thuiskwam, vroeg de muis: „En hoe was de doopnaam van het kind?“ – „Halfop,“ zei de kat. „Halfop! Wat je zegt. Die naam heb ik van mijn levensdagen nog niet gehoord; ik wed, dat hij niet eens in de kalender staat.“
Weldra begon de kat weer te watertanden van honger naar de lekkernij. „Alle goede dingen bestaan in drieën,“ sprak hij weer tot de muis, „nu moet ik weer peet zijn; en het kind is helemaal zwart met witte pootjes, verder heeft het geen wit haartje over z’n hele lijfje, dat komt maar eens in de paar jaar voor, je vindt toch ook dat ik gaan moet?“ – „Velaf, Halfop,“ zei de muis, „het zijn zulke bijzondere namen, ik moet er steeds over peinzen.“ – „Jij zit maar thuis in je donkergrijze pelsjas met je lange pruik,“ sprak de kat, „en vangt muizenissen; dat komt ervan als je overdag nooit eens uitgaat.“ De muis ruimde, toen de kat afwezig was, het hele huis keurig op, maar de snoepgrage poes at het hele vetpotje leeg. „Als alles helemaal schoon op is, dan heeft men pas rust,“ zei hij bij zichzelf, en kwam rond en dik pas diep in de nacht terug. De muis vroeg dadelijk naar de naam van het petekind. „Die zal je ook wel niet bevallen,“ zei de kat, „hij heet Schoonop.“ – „Schoonop!“ riep de muis, „dat is toch wel de raarste naam die ik gehoord heb, gelezen heb ik hem zeker nooit. Schoonop! Wat moet dat betekenen?“ Hij schudde z’n kop, rolde zich ineen en ging slapen.
Sindsdien wilde niemand de kat meer als peetoom hebben, maar toen het winter geworden was en er buiten niets meer te vinden was, dacht de muis aan de inmaak en sprak: „Kom, poes, we zullen eens naar onze vetpot gaan; wat we opgespaard hadden, dat zal smaken.“ – „Jawel,“ zei de kat, „dat zal smaken, alsof je je tong uit ‚t venster steekt.“ Ze gingen samen op weg, en toen ze de plaats van hun bestemming hadden bereikt, stond het potje er wel, maar het was leeg. „Ach,“ zei de muis, „nu zie ik wat er gebeurd is, nu komt alles uit! Dat is ook de ware vriendschap! Opgegeten heb je alles, toen je peet moest staan: Velaf, dan Halfop, dan…“ – „Wil je wel eens zwijgen!“ riep de kat, „nog één woord en ik eet je op!“
„Schoonop!“ had de arme muis al op de tong. Nauwelijks had zij het gezegd of de kat sprong op haar af, pakte haar beet en verslond haar. Zo gaat het in de wereld.

Achtergronden
Interpretaties
Tekstanalyse
„Achtergronden bij het sprookje“ biedt inzicht in het bekende verhaal „Kat en muis samen thuis“ van de Gebroeders Grimm. Dit sprookje is een klassieke fabel die thema’s als bedrog, vertrouwen en de gevolgen van hebzucht verkent. Hier is een samenvatting en analyse van het verhaal:
Samenvatting
In het sprookje weten een kat en een muis samen te leven en besluiten ze voor de winter voedselvoorraden aan te leggen door een potje met vet te bewaren in een kerk voor gebruik tijdens schaarste. De kat bedriegt de muis door meerdere keren te liegen dat hij als peetoom uitgenodigd wordt voor de doop van een neefje, terwijl hij in werkelijkheid steeds naar de kerk gaat om stiekem van het potje vet te eten. Hij verzint telkens nieuwe namen voor de zogenaamde petekinderen, gebaseerd op de stadia van zijn consumptie van het vet: ‚Velaf‘, ‚Halfop‘, en ‚Schoonop‘. Uiteindelijk, wanneer de winter aanbreekt en de muis het vetpotje wil opzoeken, ontdekken ze dat het helemaal leeg is. De muis beseft wat er gebeurd is en wordt, voordat ze het verhaal kan afmaken, door de kat opgegeten.
Analyse
Dit sprookje gebruikt het klassieke verhaaltype waarin dieren menselijk gedrag en menselijke interacties weerspiegelen. De kat vertegenwoordigt sluwheid en bedrog, terwijl de muis symbool staat voor naïviteit en blinde vertrouwen. Het verhaal illustreert een morele les over vertrouwen en verraad: de muis vertrouwt de kat vanwege de façade van vriendschap die hij heeft opgebouwd, maar dit vertrouwen leidt uiteindelijk tot haar ondergang. De namen die de kat de zogenaamde petekinderen geeft (‚Velaf‘, ‚Halfop‘, ‚Schoonop‘) symboliseren de stadia van de afname van de vetvoorraad en reflecteren de geniepigheid van zijn acties. De uiteindelijke uitkomst benadrukt de realiteit dat goedgelovigheid in de echte wereld vaak misbruikt kan worden door wie geen goede intenties heeft.
Het thema is tijdloos en universeel: het sprookje waarschuwt lezers voor blinde vertrouwen en verklapt dat zelfs schijnbaar hechte relaties kunnen worden ondermijnd door egoïsme en bedrog. Chiasmen zoals „Zo gaat het in de wereld“ voegen een filosofische reflectie toe, die hint naar de donkere kant van menselijke natuur en relaties.
Het verhaal „Kat en muis samen thuis“ van de Gebroeders Grimm is een klassieke fabel die de dynamiek van vriendschap, vertrouwen en verraad verkent. Hier zijn enkele interpretaties van dit sprookje:
Vertrouwen en Bedrog: Het verhaal brengt de kwetsbaarheid van vertrouwen duidelijk naar voren. De muis vertrouwt de kat, ondanks de roofdier-natuur van de kat. Dit vertrouwen wordt continu misbruikt door de kat, die de pot met vet stiekem opeet. Deze dynamiek benadrukt hoe mensen soms misleid worden door degenen die ze als vrienden beschouwen.
Verantwoordelijkheid en Zelfzuchtigheid: De kat en muis hebben samen een verantwoordelijkheid om zich voor te bereiden op de winter. De kat kiest voor zelfzuchtigheid boven samenwerking, wat uiteindelijk leidt tot de ondergang van de muis. Dit kan als les dienen over het belang van samenwerking en het delen van verantwoordelijkheden.
Waarschuwing voor Naïviteit: De muis vertegenwoordigt naïviteit en goedgelovigheid, terwijl de kat list en bedrog symboliseert. De fabel waarschuwt tegen al te goedgelovig zijn en herinnert ons eraan dat we voorzichtig moeten zijn met wie we vertrouwen schenken.
Sociale Hiërarchieën en Machtsmisbruik: De kat als roofdier heeft een natuurlijke overwicht over de muis. Dit kan worden geïnterpreteerd als een commentaar op sociale hiërarchieën en hoe degenen met macht vaak geneigd zijn om degenen zonder macht te overheersen en uit te buiten.
De Onvermijdelijkheid van de Natuur: In een andere interpretatie benadrukt het verhaal de onontkoombare natuur van de karakters. De kat gedraagt zich volgens zijn instinct om te jagen en te overleven, zelfs als dat ten koste gaat van de muis. Dit kan worden gezien als een reflectie op de instinctieve aard en de moeilijkheid om tegen natuurlijke impulsen in te gaan.
Dit sprookje laat zien hoe verhalen simpele plotlijnen kunnen gebruiken om complexe menselijke gedragingen en morele dilemma’s te belichten.
De linguïstische analyse van het sprookje „Kat en muis samen thuis“ van de Gebroeders Grimm richt zich op verschillende aspecten van taal en tekst, zoals structuur, stijl, en betekenis.
Structuur en Opbouw
Narratieve Opbouw: Het sprookje volgt een klassieke narratieve structuur bestaande uit een introductie, een serie van herhaalde gebeurtenissen, en een climax gevolgd door een resolutie. Dit is typerend voor sprookjes om de spanning op te bouwen en de moraal te benadrukken.
Herhaling: Er is een duidelijke patroon van herhaling in de acties van de kat en de diëgesen rondom de doopnamen: „Velaf,“ „Halfop,“ en „Schoonop. “ Dit creëert een voorspelbare cyclus die uiteindelijk doorbroken wordt in de climax.
Stijl en Taalgebruik
Dialogen: Het sprookje maakt gebruik van eenvoudige en directe dialogen. De kat en de muis voeren conversaties die hun karakterverschillen en de onderliggende spanning tussen hen onthullen.
Symboliek en Metaforen: De namen „Velaf,“ „Halfop,“ en „Schoonop“ functioneren als metaforen voor de gestaag toenemende bedrog en hebzucht van de kat. De betekenis van de namen is letterlijk en deceiving, die zowel humor als tragedie aan het verhaal toevoegen.
Personificatie: De dieren worden gepersonifieerd met menselijke eigenschappen, zoals praten, plannen maken, en emoties tonen. De kat vertegenwoordigt bedrog en egoïsme, terwijl de muis aanvankelijk naïviteit en vertrouwen uitstraalt.
Thema’s en Moraal
Vertrouwen en Verraad: Het centrale thema is het fragiele vertrouwen tussen vrienden en hoe makkelijk dit verraden kan worden. De muis staat symbool voor goedgelovigheid, terwijl de kat symbool staat voor uitbuiting van vertrouwen.
Hebzucht: De onweerstaanbare drang van de kat naar het vet is een duidelijke illustratie van hebzucht, wat uiteindelijk leidt tot ellende.
Sociale Commentaar: De kat en de muis kunnen gezien worden als een metafoor voor machtsdynamiek in de maatschappij, waar de zwakkere vaak de dupe wordt van de sterkere.
Conclusie
Het sprookje „Kat en muis samen thuis“ maakt gebruik van klassieke sprookjesmethoden en linguïstische elementen om een les over moraal en de gevaren van vertrouwen en hebzucht over te brengen. Het gebruik van herhaling, symboliek, en personages maakt het toegankelijk en memorabel, waardoor het de lezer aanspoort tot reflectie over menselijk gedrag en de nuances van vriendschap en verraad.
Informatie voor wetenschappelijke analyse
Kengeta | Waarde |
---|---|
Aantal | KHM 2 |
Aarne-Thompson-Uther-Index | ATU Typ 15 |
Vertalingen | DE, EN, EL, DA, ES, FR, PT, HU, IT, JA, NL, KO, PL, RO, RU, TR, VI, ZH |
Leesbaarheidsindex door Björnsson | 28.9 |
Flesch-Reading-Ease Index | 76.8 |
Flesch–Kincaid Grade-Level | 6.7 |
Gunning Fog Index | 9 |
Coleman–Liau Index | 8 |
SMOG Index | 9 |
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex | 5.9 |
Aantal karakters | 4.960 |
Aantal letters | 3.755 |
Aantal zinnen | 56 |
Aantal woorden | 927 |
Gemiddeld aantal woorden per zin | 16,55 |
Woorden met meer dan 6 letters | 114 |
Percentage lange woorden | 12.3% |
Totaal lettergrepen | 1.241 |
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord | 1,34 |
Woorden met drie lettergrepen | 57 |
Percentage woorden met drie lettergrepen | 6.1% |