Childstories.org
  • 1
  • Alle sprookjes
    van Grimm
  • 2
  • Gesorteerd op
    leestijd
  • 3
  • Perfect voor
    het voorlezen
De vier kunstvaardige broers
Grimm Märchen

De vier kunstvaardige broers - Sprookje van de Gebroeders Grimm

Leestijd voor kinderen: 12 min

Er was eens een arme man, en die had vier zoons, en toen die volwassen waren, zei hij tegen hen: „Lieve kinderen, jullie moeten nu de wereld in; en ik heb niets dat ik je zou kunnen meegeven; ga nu maar allemaal op reis, leer een handwerk en zie hoe je je door ‚t leven slaat.“ Nu grepen de vier gebroeders elk de wandelstok, namen afscheid van hun vader, en trokken alle vier de poort uit. Toen ze een poos hadden gereisd kwamen ze aan een kruispunt, waarvan de wegen naar vier windstreken leidden. Toen zei de oudste: „Hier moeten we uit elkaar; maar vandaag over vier jaar zullen we op deze plek weer samenkomen en in die tussentijd ons geluk proberen.“

Nu ging ieder zijn eigen weg. De oudste ontmoette een man, en die vroeg hem waar hij heen wou en wat hij doen ging. „Ik wou een handwerk leren,“ zei hij. Toen sprak de ander: „Ga mee en word een dief.“ – „Neen,“ antwoordde hij, „stelen is geen eerlijke broodwinning, en ‚t eind van ‚t lied is toch dat je klepel wordt van zekere klok die buiten in ‚t veld staat.“ – „O,“ zei de man, „voor de galg hoef je niet bang te wezen; ik wil je alleen maar leren hoe je iets halen kunt, waar anders niet aan te komen is, en waar nooit iemand achter kan komen.“ Toen liet hij zich overhalen; en hij werd bij die man een volleerde dief, en hij werd zo handig, dat niets voor hem veilig was, waar hij eenmaal zijn zinnen op had gezet. De tweede broer kwam ook iemand tegen die hem vroeg wat hij leren wou. „Dat weet ik nog niet,“ zei hij. „Ga dan met me mee en word sterrekijker, er is geen beter vak; niets blijft voor je verborgen.“ Daar stemde hij mee in, en hij werd zo’n gewiekste sterrekijker, dat z’n meester, toen hij volleerd was en verder wou reizen, hem een verrekijker gaf en tegen hem zei: „Hiermee kun je zien wat er op aarde en in de hemel gebeurt, niets blijft geheim voor je.“ De derde broer kwam in de leer bij een jager, en hij kreeg in alles wat met jacht te maken had, zulke goede lessen, dat hij een volleerd jager werd. Na zijn leerjaren gaf de meester hem ten afscheid een buks en zei: „Die mist nooit; wat je daarmee op de korrel neemt, dat tref je vast en zeker.“

De jongste broer ontmoette ook iemand die hem aansprak en vroeg wat zijn plannen waren. „Heb je geen zin, kleermaker te worden?“ – „Nou,“ zei de jongen, „dat gebukte zitten, van de vroege morgen tot de late avond, dat heen en weer gepriegel met een naald en het strijkijzer – nee, dat alles trekt me niet aan.“ – „Och kom!“ zei de man, „je praat naar dat je wijs bent, bij mij gaat ‚t kleermaken heel anders; daar gaat het keurig en netjes en zelfs heel eervol, soms.“ Toen liet hij zich overhalen, ging mee, en leerde grondig wat die man kende. En toen hij wegging, gaf de baas hem een naald, en sprak: „Daarmee kun je alles vastnaaien wat je maar in de zin komt, of ‚t zacht is als een ei of hard als staal; en ‚t wordt één geheel, en is nooit meer van elkaar te krijgen.“

Nu waren de afgesproken vier jaar om, de broers kwamen alle vier tegelijkertijd bij het kruispunt aan, begroetten elkaar hartelijk en gingen samen weer naar huis, naar hun vader. „Wel,“ zei deze, heel gelukkig, „heeft de wind jullie weer hierheen gewaaid?“ Ze vertelden hoe het hun was vergaan, en dat ieder iets had geleerd. Ze zaten allemaal voor het huis, onder een grote boom, en de vader zei: „Nu zal ik jullie allemaal op de proef stellen, en zien watje nu eigenlijk geleerd hebt.“ En hij keek omhoog en zei tegen de tweede zoon: „Boven in de top van deze boom zit tussen twee takken een nest van een distelvink. Zeg jij nu eens, hoeveel eieren erin liggen?“ De sterreman nam z’n verrekijker, keek naar boven en sprak: „Het zijn er vijf.“

De vier kunstvaardige broers Sprookje

De vader zei tegen de oudste: „Haal jij nu de eieren eruit, zonder dat de vogel die erop zit te broeden, gestoord wordt.“ De uitgeslepen dief klom naar boven en nam van het vogeltje dat nergens iets van merkte en stil bleef zitten, alle vijf de eitjes onder hem weg, en bracht ze naar beneden, naar zijn vader. De vader nam de eitjes, legde op elke hoek van de tafel er één en eentje in ‚t midden en zei tegen de jager: „Schiet jij nu in één schot alle vijf eieren middendoor.“ De jager legde z’n buks aan en mikte op de eitjes zoals zijn vader het had gevraagd, alle vijf, en in één schot. Hij had zeker van dat kruit, waarmee je om een hoek kunt schieten. „Nu is de beurt aan jou,“ zei de vader tegen de vierde zoon, „nu moet jij de eitjes weer aan elkaar naaien en de jonkies die erin zitten ook, en wel zo, dat het schot hen niet deert.“ De kleermaker haalde z’n naald en naaide juist als zijn vader het had opgegeven. Toen dat klaar was, moest de dief de eitjes weer naar ‚t nest boven in de boom brengen en ze weer onder de vogel terug leggen zonder dat het beestje er iets van merkte. Het diertje broedde ze helemaal uit; na een paar dagen kropen de jonkies uit het ei, en daar waar de kleermaker ze had genaaid, was er alleen een klein rood streepje aan hun hals. „Ja,“ zei de oude man tot zijn zoons, „ik moet jullie boven alles prijzen, je hebt je tijd goed besteed en een rechtschapen handwerk geleerd; en ik kan niet zeggen wie van jullie de beste is. Als jullie nu weldra de gelegenheid hebben om jullie kunsten eens te gebruiken, dan komt dat misschien ook aan het licht.“

Korte tijd later kwam er een jobstijding over ‚t land: de prinses was door een draak geschaakt. De koning was dag en nacht bedroefd en hij liet afkondigen: degene die haar terugbracht, die kreeg haar tot vrouw. Nu zeiden de vier broers tegen elkaar: „Dat zou wel eens een gelegenheid kunnen zijn om te tonen wat we kunnen,“ en ze besloten er samen op uit te trekken om de prinses te bevrijden. „Waar ze heen is, zal ik gauw kunnen zien,“ zei de sterrekijker, en hij keek in z’n instrument en zei: „Daar zie ik haar al, ze zit ver van hier op een rots, in de zee en naast haar zit de draak om haar te bewaken.“ Nu ging hij naar de koning, vroeg hem een schip voor zich en zijn broers, en voer met hen over zee, tot ze bij de rots kwamen. Daar zat de prinses, maar de draak lag met zijn kop op haar schoot te slapen. Nu zei de jager: „Ik kan niet schieten, want dan zou ik haar tegelijk raken.“ – „Dan is het wat voor mij,“ zei de dief, sloop erheen en stal haar weg onder de draak vandaan, zo voorzichtig en handig, dat ‚t ondier niets merkte, maar door bleef snurken. Verheugd snelden ze met haar naar het schip, en stuurden het de open zee in; maar de draak, die bij z’n ontwaken de prinses gemist had, kwam hen achterna en snoof verwoed door de lucht. Toen hij juist boven het schip vloog, legde de jager aan en schoot hem midden in het hart. Het ondier stortte dood neer. Maar hij was zo groot dat hij in zijn val het hele schip verbrijzelde. Ze visten gelukkig nog een paar planken op en zwommen zo op zee rond. De nood was hoog gestegen, maar de kleermaker, ook slim, nam z’n wondernaald, naaide de planken met grote steken vlug aan elkaar, ging erop zitten en viste alle brokstukken van het schip op. Ook die naaide hij zo handig aan elkaar, dat in korte tijd het hele schip weer zeilwaardig was en ze een zegetocht naar huis meemaakten. Toen de koning zijn dochter weer zag, was er feest. Hij zei tegen de vier broers: „Eén van jullie kan maar met haar trouwen, maar wie het zijn zal, moeten jullie zelf maar uitmaken.“ Nu ontstond er onder hen een hevige ruzie, want elk van hen maakte er aanspraak op. De sterreman zei: „Als ik haar niet gezien had, was al jullie kunst vergeefs geweest: daarom is zij de mijne.“ De dief zei: „Wat gaf dat zien, als ik haar niet onder de draak vandaan had gehaald: daarom is zij de mijne.“ De jager zei: „Jullie zouden toch allemaal verscheurd zijn, als mijn kogel de draak niet had getroffen: zij is dus de mijne.“ En de kleermaker zei: „En als ik het schip niet met zoveel kunst aan elkaar had genaaid, dan waren jullie allemaal jammerlijk verdronken; daarom is zij de mijne.“ Toen deed de koning deze uitspraak: „ieder van u heeft evenveel recht, en daar niet ieder het meisje kan krijgen, geef ik haar aan geen van allen. Maar tot beloning geef ik u allen een kwart koninkrijk.“ Dat was een beslissing die bij alle broers in de smaak viel, en ze zeiden: „Het is beter zo, dan dat we gingen kibbelen.“ En toen kreeg elk van hen een kwart koninkrijk, en ze leefden met hun vader in geluk en vrede, zolang als het God behaagde.

LanguagesLearn languages. Double-tap on a word.Learn languages in context with Childstories.org and Deepl.com.

Achtergronden

Interpretaties

Tekstanalyse

„De vier kunstvaardige broers“ is een sprookje van de Gebroeders Grimm dat draait om de avonturen van vier broers die elk een bijzondere vaardigheid verwerven. Het verhaal begint met een arme vader die zijn volwassen zoons de wereld instuurt om zelfstandigheid en een vaardigheid te leren. Zodra ze op een kruispunt komen, besluiten ze om elk hun eigen weg te gaan en na vier jaar weer samen te komen.

Tijdens hun reizen leert de oudste broer het vak van dief, maar niet in de traditionele zin; hij leert om onopgemerkt te stelen. De tweede broer wordt een sterrekijker en ontvangt een verrekijker waarmee hij alles op aarde en in de hemel kan zien. De derde broer gaat in de leer bij een jager en krijgt een buks die altijd zijn doel treft. De jongste broer laat zich eerst niet overtuigen, maar leert uiteindelijk de kunst van het kleermaken waarbij hij alles aan elkaar kan naaien, zelfs materialen zo uiteenlopend als eierschaal en staal.

Bij hun terugkeer vraagt hun vader hen om hun verworven vaardigheden te demonstreren. Samen volbrengen ze de taak om een nest met vijf eieren te testen zonder de vogel te storen: de sterrekijker ontdekt het aantal eieren, de dief haalt de eieren uit het nest, de jager schiet alle eieren in één keer door, en de kleermaker naait alles weer heel. Deze gezamenlijke inspanning leidt uiteindelijk tot een betere gelegenheid: de bevrijding van een prinses uit de klauwen van een draak. Opnieuw gebruikt elke broer zijn unieke vaardigheid in een gecoördineerde reddingsactie.

Hoewel ze de prinses bevrijden, ontstaat er een discussie over wie van de broers recht heeft op haar hand in huwelijk, omdat ieder claimt dat zijn bijdrage het meest cruciaal was. De koning lost het geschil op door een kwart van zijn koninkrijk aan elke broer te geven, waardoor de broers in harmonie kunnen leven, zonder verdere rivaliteit.

Het sprookje illustreert hoe individuele talenten en samenwerking kunnen leiden tot succes, en dat gezamenlijke belangen soms belangrijker zijn dan persoonlijke verlangens. De moraal van het verhaal benadrukt de waarde van samenwerken en het delen van beloningen.

„De vier kunstvaardige broers“ van de Gebroeders Grimm is een intrigerend sprookje met verschillende lagen van interpretatie. Hier zijn enkele mogelijke benaderingen om naar dit verhaal te kijken:

Meerwaarde van Diversiteit en Samenwerking: De vier broers kiezen verschillende beroepen en meesterden elk een unieke vaardigheid. Het verhaal illustreert hoe diversiteit en specialisatie kunnen leiden tot een gemeenschappelijke overwinning. Elk van hun vaardigheden was cruciaal om de prinses te redden en het schip te herstellen, wat het belang van samenwerking en het combineren van ieders sterkte benadrukt.

De Relativiteit van Waarde en Verdienste: Hoewel de broers allemaal verschillende vaardigheden leerden, was het onmogelijk om te bepalen welke vaardigheid het meest waardevoller was. Dit kan de lezer aanzetten tot nadenken over hoe we waarde en verdienste bepalen in de samenleving, en hoe gezamenlijke inspanningen vaak moeilijk te kwantificeren zijn.

Het Lot en Het Leren van Vaardigheden: Het sprookje begint met de broers die de wijde wereld intrekken zonder vast plan, en toevallig op meesterleraars stuiten. De ontwikkeling van hun unieke vaardigheden suggereert dat hoewel het leven een element van toeval heeft, vastberadenheid en de wil om te leren doorslaggevend zijn voor succes.

Eerbied voor Ouderen en Hun Wijsheid: Hoewel de vader materieel niet veel kon bieden, gaf hij zijn zonen de vrijheid en het vertrouwen om hun eigen weg te vinden. Zijn uiteindelijke beslissing om hen allen te belonen met een kwart koninkrijk kan gezien worden als een toonbeeld van wijsheid, dat men niet altijd de meest voor de hand liggende oplossing moet kiezen (één winnaar), maar moet zoeken naar een oplossing die vrede en harmonie bevordert.

Overluchtige Ambities en Redelijkheid: Elk van de broers maakt aanspraak op de hand van de prinses, wat snel aanleiding geeft tot onenigheid. Uiteindelijk leidt dit tot een beslissing die de eenheid en tevredenheid van alle betrokken partijen waarborgt. Dit behandelt het idee dat competitieve geestdrift kan worden gecultiveerd tot redelijkheid en acceptatie, wat kan leiden tot een harmonieuze oplossing.

Het verhaal van de vier broers reikt verder dan een eenvoudig avontuur en biedt waardevolle levenslessen over samenwerking, diversiteit, de eerbied voor persoonlijke ontwikkeling, en de waardering voor verschillende perspectieven.

Het sprookje „De vier kunstvaardige broers“ uit de verzameling van de Gebroeders Grimm biedt een rijke bron voor linguïstische analyse. Hier zijn enkele aspecten die vanuit een taalkundig perspectief interessant kunnen zijn:

Vocabulair: Het sprookje bevat vocabulaire dat in hedendaags taalgebruik misschien als archaïsch wordt beschouwd, zoals „distelvink“ (puttertje), „sterrekijker“ (astroloog of sterrenwacht), en „kleermaker“ in de traditionele zin.

Semantiek: De betekenis van woorden zoals „handwerk“ is uitgebreid en contextueel gebonden, verwijzend naar zowel vakmanschap als algemene vaardigheid.

Zinsbouw: Het taalgebruik kenmerkt zich door het gebruik van samengestelde zinnen met meerdere neven- en bijzinnen, wat typisch is voor sprookjesachtige vertelstructuren.

Directe Rede: Het frequent gebruik van directe rede en dialoog („Wil je een dief worden?“) geeft levendigheid aan het verhaal en is ook typisch voor vertellingen.

Flexie en Verbinding: Toch interessante flexies van verouderd Nederlands, zoals bij „uitgeslepen“ (uitgekookt of sluw) en „een rechtschapen handwerk geleerd“ (deugdzaam).

Gebruik van Verkleinwoorden: Verkleinwoorden zoals „vogeltje“ geven het verhaal een speels en intiem karakter.

Spreekwoorden en Uitdrukkingen: De tekst maakt gebruik van uitdrukkingen die figuurlijk bedoeld zijn („een handwerk leren“) en soms in moderne context anders geïnterpreteerd kunnen worden.

Illocutionaire Kracht: Veel van het gesprek tussen personages dient om te overtuigen of te overtuigen, zoals wanneer de meester de jongen overhaalt om kleermaker te worden.

Structuur en Rollen: De structuur van het verhaal is typisch voor sprookjes, met een duidelijke queeste en een probleem-oplossing schema. De vier broers vertegenwoordigen archetypische rollen die in sprookjes vaak voorkomen.

Moraal en Etiek: Het verhaal eindigt met een beslissing die de collectieve waarde van samenwerking en rechtvaardigheid benadrukt, resulterend in een morele les.

Beschrijvende Adjectieven: Beschrijvingen in het verhaal zijn levendig en kleurrijk, dragen bij aan het schilderen van de scènes waarin de broers hun vaardigheden tonen.

Herhaling: Typisch sprookjeselement van herhaling wordt gebruikt om spanning op te bouwen en verwachtingen van de luisteraar of lezer te bevestigen.

Deze analyse toont aan hoe rijk en veelzijdig zelfs een ogenschijnlijk eenvoudig sprookje kan zijn als je het door een taalkundige lens bekijkt. Elk element, van woordkeuze tot zinsstructuur, speelt een rol in het overbrengen van de cultuur en moraal van de tijd waarin het geschreven werd.


Informatie voor wetenschappelijke analyse

Kengeta
Waarde
AantalKHM 129
Aarne-Thompson-Uther-IndexATU Typ 653
VertalingenDE, EN, DA, ES, PT, FI, HU, IT, JA, NL, PL, RU, TR, VI, ZH
Leesbaarheidsindex door Björnsson34.2
Flesch-Reading-Ease Index67.8
Flesch–Kincaid Grade-Level9.5
Gunning Fog Index11.7
Coleman–Liau Index8.2
SMOG Index10.1
Geautomatiseerde leesbaarheidsindex9.3
Aantal karakters8.323
Aantal letters6.401
Aantal zinnen68
Aantal woorden1.572
Gemiddeld aantal woorden per zin23,12
Woorden met meer dan 6 letters174
Percentage lange woorden11.1%
Totaal lettergrepen2.148
Gemiddeld aantal lettergrepen per woord1,37
Woorden met drie lettergrepen98
Percentage woorden met drie lettergrepen6.2%
Vragen, opmerkingen of ervaringsverslagen?

Privacyverklaring.

De beste Sprookjes

Copyright © 2025 -   Over ons | Privacyverklaring |Alle rechten voorbehouden Aangedreven door childstories.org

Keine Internetverbindung


Sie sind nicht mit dem Internet verbunden. Bitte überprüfen Sie Ihre Netzwerkverbindung.


Versuchen Sie Folgendes:


  • 1. Prüfen Sie Ihr Netzwerkkabel, ihren Router oder Ihr Smartphone

  • 2. Aktivieren Sie ihre Mobile Daten -oder WLAN-Verbindung erneut

  • 3. Prüfen Sie das Signal an Ihrem Standort

  • 4. Führen Sie eine Netzwerkdiagnose durch